Frankrijk is op de keper beschouwd een fantastisch studieobject als je geïnteresseerd bent in taalfamilies, straattaal, taalcuriositeiten enzovoort.
Het Bretons is nog helemaal niet dood, en hoort tot de al zeer interessante Keltische eilandtalen, het Baskisch is sowieso de raarste taal van heel Europa (Albanees is misschien de enige andere kandidaat), en de staartjes Catalaans rond Perpignan, Duits rond Straatsburg en Vlaams rond Duinkerke maken de taalmélange compleet.
De overige talen in Frankrijk vallen onder het Gallo-Romaans, waaronder dan weer de langue d'oil en langue d'oc vallen. Mijn francophone opa vermeldde altijd dat het woord voor 'ja' in de ene groep oui was, en in de andere oc, maar dit heb ik nooit kunnen verifiëren.
Uit de erven van de langue d'oc zijn het Occitaans (of Provençaals) en het Gascons onstaan, nog goed voor - ik verbaas me altijd over zulke cijfers - 2,25 miljoen dagelijkse sprekers, absoluut geen randtaaltjes van bejaarden baretdragers op parkbankjes dus. Het aandeel niet-Gallo-Romaans-sprekenden is ongeveer even groot met 90.600 Baskisch sprekende Fransen, 20.000 Vlaams-sprekenden (wie gaat er ooit één tegenkomen?), 125.000 Catalaans-sprekenden, 400.000 Kelten, en 1,5 miljoen Duitstaligen in Alsace-Lorraine (dat maakt 2,14 miljoen).
Het viel me op dat het aantal Catalanen makkelijk te vinden was, de Catalanen krijgen van hun autonome rompstaat immers alle ruimte om taalgegevens van de daken te schreeuwen ; hoeveel mensen Duits spraken was toch even zoeken. Één site berichtte zelfs: 'In Alsace-Lorraine [some people are] German-speaking, but few of them are pro-Nazi[..]'. Het geeft de xenofobie van de Franse centralisten treffend weer. Er is nog steeds maar één erkende taal: Frans (tegenover 5 erkende talen in Spanje - en nu de huiskamervraag voor de reageerders: wat is de vijfde?)
En dat terwijl Frankrijk zo'n taalkundig paradijs is, waar die chauvinisten voor mijn part ook best wat trots aan hadden mogen ontlenen. Net als uit hun innovatieve straattalen vol met watskeburt-achtige vondsten: een vloeiende golf van subtiliteiten, verstilde scheldwoorden en klankassociaties. Louis-Ferdinand Céline, de schrik van alle vertalers (maar subliem vertaald door Frans van Woerden), schreef er zijn hele oeuvre in.
Ik moet het nog ooit leren, dat Frans. En van daaruit wil ik wel eens wat meer weten over hoe de vlag er nu precies voor staat in deze gefnuikte linguïstische heilstaat.
2 opmerkingen:
Een reactie posten