dinsdag 23 februari 2010

(Toch nog) Van neo-con naar neo-com?

Eens in de zoveel tijd lezen wij liberaal democraten smalend over hoe een groot deel van de Russen terugverlangt naar de dictatuur die het was, of hoe ouwe Oost-Duitsers nostalgisch terugblikken op de tijd van mannetjes met bolhoeden in stoplichten en gezellige Trabantjes. Een Stockholm-syndroom a postiori wellicht, deze aanbidding van de voormalige onderdrukker.

Fukuyama - vaak beschouwd als het lulletje van de politicologie, omdat hij het einde van de geschiedenis voorspelde, en de immer broeiende culturele verschillen niet in zijn analyses betrok - heeft wat dat betreft ten minste één juiste voorspelling gedaan: het liberaal kapitalisme is het enige overgebleven realistische systeem.

Or is it? Het huidige China valt - uiteraard - niet liberaal kapitalistisch te noemen. De censuurmachine werkt, en werkt zelfs als antiserum van het Westerse gif dat Google heet. Communistisch is China ook niet echt meer, al helemaal niet na de invoering van hun nieuwe officiële partijlijn in 2003, die erop neerkomt de middenklasse (ruwweg 1/5e van de Chinezen) in bescherming te nemen - geen communist zou op dat idee komen. De middenklasse komt op hun beurt niet op het idee om voor democratie te gaan ageren: zij hebben dan alles te verliezen. Trent Reznor zong al: will you bite the hand that feeds?

China is dus autoritair kapitalistisch, en volgens Slavoj Zizek - een vooraanstaand, boeiend en vooral uiterst onderhoudend Sloveens filosoof; jep, ik strooi met namen vandaag - is dat een probleemski. Want wat nu als blijkt dat autoritair kapitalisme de toekomst heeft, dat we zoals (strooi, strooi) Peter Sloterdijk schreef over honderd jaar standbeelden maken van de pionier van deze doctrine: de president van Singapore - omdat dit uitbuitende en onderdrukkende systeem veel beter in staat is de onvolkomenheden van het kapitalisme te bestrijden dan het kapitalisme van het Westen?

Niet heel denkbeeldig als je nagaat wat Amerika boven het hoofd hangt als ze de rente van hun mastodonte schulden (goeddeels aan China!) moeten terugbetalen. De scheuren in het neo-con-liberaal-noem-het-hoe-je-wil-kapitalisme zijn dan wel netjes dichtgepleisterd, het gebouw blijft gammel de bammel.

Zizek ziet als mogelijk alternatief een nieuw communisme voor zich, dat niet uitgaat van Leninistische ideeën, maar van een variant waarin democratie en pluralisme kunnen integreren. Deze laatste zin klinkt op zichzelf als een dooddoener van het zuiverste water (communisme heeft niet gefaald, Leninisme wel, oreert de ouwe linkse stinksok wiens sik de grond al raakt), maar in de huidige mondiale context lijkt een nieuwe verschuiving van 'het enige realistische systeem' niet eens zo denkbeeldig.

woensdag 17 februari 2010

[mooi] Uit het familiearchief

M'n moeder is geboren in 1961 - in Tunis, Tunesië, waar mijn opa en oma 10 jaar hebben gewoond. Ik kwam pas onlangs tot de ontdekking dat er enkele schitterende kleurenbeelden bestaan uit die tijd, gefilmd door mijn opa. Hierop zie je onder meer de middeleeuwse manier waarop berbervolkeren vijftig jaar geleden leefden (check bijv. de sprookjesachtige graanschuurstad in filmpje II).

Er is uren aan materiaal, en ik heb er een avondje op geknippeplakt om de mooiste beelden enigszins hapklaar te verwerken. Het nadeel van knippen is dat de oorspronkelijke muziek, die ik niet kon losmaken van de rompfilm, in deze vorm verloren gaat - de muziek die er nu onder staat is van Red House Painters (I) en Siouxsie & The Banshees (II).



zondag 7 februari 2010

Linguïstisch Paradijs Frankrijk?

Frankrijk is op de keper beschouwd een fantastisch studieobject als je geïnteresseerd bent in taalfamilies, straattaal, taalcuriositeiten enzovoort.

Het Bretons is nog helemaal niet dood, en hoort tot de al zeer interessante Keltische eilandtalen, het Baskisch is sowieso de raarste taal van heel Europa (Albanees is misschien de enige andere kandidaat), en de staartjes Catalaans rond Perpignan, Duits rond Straatsburg en Vlaams rond Duinkerke maken de taalmélange compleet.

De overige talen in Frankrijk vallen onder het Gallo-Romaans, waaronder dan weer de langue d'oil en langue d'oc vallen. Mijn francophone opa vermeldde altijd dat het woord voor 'ja' in de ene groep oui was, en in de andere oc, maar dit heb ik nooit kunnen verifiëren.

Uit de erven van de langue d'oc zijn het Occitaans (of Provençaals) en het Gascons onstaan, nog goed voor - ik verbaas me altijd over zulke cijfers - 2,25 miljoen dagelijkse sprekers, absoluut geen randtaaltjes van bejaarden baretdragers op parkbankjes dus. Het aandeel niet-Gallo-Romaans-sprekenden is ongeveer even groot met 90.600 Baskisch sprekende Fransen, 20.000 Vlaams-sprekenden (wie gaat er ooit één tegenkomen?), 125.000 Catalaans-sprekenden, 400.000 Kelten, en 1,5 miljoen Duitstaligen in Alsace-Lorraine (dat maakt 2,14 miljoen).

Het viel me op dat het aantal Catalanen makkelijk te vinden was, de Catalanen krijgen van hun autonome rompstaat immers alle ruimte om taalgegevens van de daken te schreeuwen ; hoeveel mensen Duits spraken was toch even zoeken. Één site berichtte zelfs: 'In Alsace-Lorraine [some people are] German-speaking, but few of them are pro-Nazi[..]'. Het geeft de xenofobie van de Franse centralisten treffend weer. Er is nog steeds maar één erkende taal: Frans (tegenover 5 erkende talen in Spanje - en nu de huiskamervraag voor de reageerders: wat is de vijfde?)

En dat terwijl Frankrijk zo'n taalkundig paradijs is, waar die chauvinisten voor mijn part ook best wat trots aan hadden mogen ontlenen. Net als uit hun innovatieve straattalen vol met watskeburt-achtige vondsten: een vloeiende golf van subtiliteiten, verstilde scheldwoorden en klankassociaties. Louis-Ferdinand Céline, de schrik van alle vertalers (maar subliem vertaald door Frans van Woerden), schreef er zijn hele oeuvre in.

Ik moet het nog ooit leren, dat Frans. En van daaruit wil ik wel eens wat meer weten over hoe de vlag er nu precies voor staat in deze gefnuikte linguïstische heilstaat.