woensdag 30 juli 2014

Ome Erik

Vanochtend vroeg liep ik langs een terras waar ik een aantal geamuseerde Belgen biertjes zag wegtikken. Op het oog geen gezworen alcoholisten, maar levensgenieters die de ochtend verkozen als tijdstip om aanspraak te zoeken.

Ik moest terugdenken aan een bezoek bij ome Erik een aantal jaar geleden, een oude kennis van mijn opa en oma. Ome Erik, een corpulente Belg met grijze baard en zeemanspet, had mij zoals dat vaker gaat bij oude mensen een onbepaalde uitnodiging voor een bezoek gedaan en had ik daar onbezwaard mee ingestemd. 

Maar omdat mijn ouders en oma aan moeders kant de oude Erik ook graag nog eens bezochten, zijn we in een zonnig herfstweekend met een wat grotere afvaardiging naar zijn hoeve in Vlaanderen afgereisd.

Zondagochtend ontbeten we met spek en eieren, en klokslag 9 uur maande hij me mee te gaan in zijn 'Camio', zijn busje. We reden naar een cafe in het dorp verderop. Om halftien 's ochtends was de toeloop er nog matig, maar in het uur daarop stroomde een handvol dorpsgenoten de gelegenheid binnen. "Ha, den kapitein!", klonk het vrolijk zodra de bezoekers ome Erik aan de toog zagen.
"Ik zal u eens iets vertellen over drinken", sprak ome Erik. "Als ge goed wil drinken, echt goed bedoel ik, neemt ge best niet meer dan twee pintjes. Maar, let er dan wel op, dat het twee góede pintjes zijn".

We namen een Duvel en een streekbiertje en reden nog dezelfde ochtend stuurvast terug naar de hoeve.