zondag 15 maart 2015

Botsing zonder beschaving


Iedere botsing tussen twee beschavingen is een botsing tussen hun onderliggend barbarisme, zei Walter Benjamin. Dat citaat schoot me te binnen bij de merkwaardige opvatting van Rutte dat terroristen die naar Irak of Syrië reizen, daar maar beter kunnen sneuvelen.

Vier weken geleden  was er in Buitenhof een scherpe discussie tussen Ruud Koopmans en Nourdin El Ouali. De eerste illustreerde zijn kritische houding jegens de islam met de opmerking dat (bepaalde, zoals Saudische) moslimleiders de doodstraf willen voor wie zich van de Islam afkeert. El Ouali wierp tegen dat er ook in de eerstewereldlanden als de VS nog steeds een doodstraf bestaat. De presentator beslechtte de discussie: dat klopt, maar de VS implementeert die voor zware geweldsmisdrijven, niet voor afvalligheid.

Bewijst Mark Rutte niet dat ook westerse leiders afvalligheid blijkbaar graag met de dood bestraft zien? Ik kan me voorstellen dat types als El Ouali dat nu denken.

Natuurlijk is er nog wel een verschil, namelijk het element van schade. Een terugkeerling kan tijdens zijn missie getraind worden, en in naam van een heilige oorlog een aanslag plegen in Nederland. Een islamiet die zijn geloof laat vallen, heeft een veel geringere waarschijnlijkheid zich te wreken op de maatschappij die hij achter laat (hoewel, in termen van waarschijnlijkheid, ook het eerste scenario is nog steeds vrij zeldzaam).

Maar toch is dat element van schade niet de (primaire) reden waarom Rutte deze terroristen graag dood ziet. Dat verried hij door te zeggen: ik weet zeker dat het merendeel van Nederland het met me eens is. Daarmee toonde hij dat zijn afweging politiek was, niet utilitaristisch.

Die ga ik even uitleggen. Stel je voor dat het debat kwam met het bekende trolleyprobleem. Dat probleem stelt de vraag: moet je één leven opgeven, als je daarmee vijf levens spaart? De koele afweging zou zeggen: ja, één leven is het kleinere drama. Maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat Rutte bij dit dilemma even parmant op de groene knop had gedrukt.

Dat vermoeden baseer ik op wat we zagen in de campagne in 2012. Tijdens het RTL-debat was er een discussie rond medicatie voor dure en zeldzame ziekten. De vraag die voorlag: moeten we stoppen met het vergoeden peperdure medicijnen voor zeldzame ziektes, als we dan meer patiënten kunnen redden? Samsom was de enige die niet bij voorbaat tegen was. Niet 'omdat de meerderheid dat met hem eens was', maar omdat hij het waard vond om de discussie te voeren.

Maar voor Rutte was het noch de koele afweging, noch de wil tot een discussie die hem vorige week tot zijn uitspraak bracht. Het was het (veronderstelde) sentiment van de achterban. Het sentiment dat zegt dat een moslim die naar Syrië of Irak reist een landverrader is, een afvallige. En dat is een uiterst dubieuze grond om iemand dood te wensen.

In de jaren '30 vertrok George Orwell naar Spanje om aan de zijde van de opstandelingen te vechten in de Spaanse burgeroorlog. In de jaren '70 stierven in Utrecht en Limburg mensen door aanslagen van de Rote Armee Fraktion, een club die ook Nederlandse sympathisanten had. En de mensen die nu naar Syrië afreizen om zich te mengen in de oorlog aldaar zijn een allegaartje van geloofsfanatici en romantisch-naieve verzetslieden tegen Assad of IS.

Let wel, dat is geen reden om terugkeerlingen hun gang te laten gaan. Inlichtingendiensten in heel Europa hebben met recht een dagtaak aan wat er gebeurt in de levant. Maar wat Rutte doet is heilloos, en bespeelt alleen maar de barbaarse fantasieën die al of niet in de onderbuik van de achterban leven. Waardoor hij, vreemd genoeg, barbaarse gedragingen van regimes als Saudi-Arabië doorgrondbaarder maakt.

zondag 1 februari 2015

Na de natiestaat

Goed nieuws voor geografen: de wereldkaart is nog steeds in beweging. Dat is vorig jaar wel gebleken. De Krim-oorlog had alles weg van een ouderwets landjepik. Het referendum voor Schotse onafhankelijkheid werd ternauwernood afgewezen. Dat alles staat niet op zichzelf, past in een patroon. Althans, dat ga ik proberen uit de doeken te doen in een aantal nieuwe blogjes. Het eerste blogje gaat over het verleden, heden en de toekomst van grenzen. 

De geschiedenis van grenzen gaat ver terug. Rousseau schreef dat de eerste persoon die een hek plaatste om een stuk land te claimen, en die genoeg simpele zielen vond die daarmee instemden, de ware stichter van de moderne samenleving was. Maar een stuk land afbakenen is één ding, een bestuurlijke indeling creëren is nog iets anders. De grens werd – in de moderne geschiedenis – pas echt interessant vanaf de 14e eeuw, toen het een demarcator werd van een politieke entiteit. Het feodale systeem van keuterboeren werd gecentraliseerd, door massale onteigeningen – een ontwikkeling die tot in de 19e eeuw doorging. Volgens Robert Heilbroner, die een standaardwerk over economie schreef, was dit de grote katalysator voor het ontstaan van grenzen in hun huidige politiek-economische betekenis.

Langzaam werd de gehele wereld langs deze nieuwe grenzen ingedeeld (onder meer aangestuwd door  nationalisme, maar daar kom ik in volgende blog terug). In het stiekem leuke boekje Imperialism: the highest stage of capitalism van Lenin (1916) is te lezen hoe in het jaar 1900 de wereld definitief verdeeld raakte in politieke landsgrenzen. Hij schrijft: 'for the first time the world is completely divided up, so that in the future, only redivision is possible; territories can ony pass from one 'owner' to another, instead of passing as unowned territory to an owner'*.

Lenin was sceptisch over de wenselijkheid van dit politiek-economische proces: “the capitalist divide the world, not out of any particular malice, but because the degree of concentration which has been reached forces them to adopt this method in order to get profits.' Het raakt – hoewel met andere ondertoon – aan het punt dat Heilbroner in zijn boek maakt: voor het ontwikkelen van een volwassen economie is handel nodig, en voor handel zijn grenzen nodig.

De implicatie van de finale opdeling van de wereld was volgens Lenin klip en klaar: meer grensconflicten†. Hij schrijft: 'the fact that the world is already divided obliges those contemplating a new division to reach out for any kind of territory (German appetite for Belgium; French appetite for Lorraine)' (arcering in citaat). Deze voorspelling kwam uit; grensconflicten werden na de opdeling van de wereld steeds gangbaarder. Politicoloog Mark Zacher heeft aangetoond dat waar in 1900 zo'n 70% van de conflicten over territoriale kwesties ging, dat in de jaren daarna opliep, tot 90% vlak voor de tweede wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam het grote keerpunt. De reden dat we nog altijd kunnen spreken van een 'naoorlogse' periode, is dat sinds 1945 grootmachten elkaars grenzen niet betwist hebben. Van 1975 tot 2014, is zelfs geen enkel territoriaal conflict geëindigd met een grensverandering. Van 90% toen naar 0% in de decennia daarna.

Leiders komen dus zelden meer op het idee met wapentuig bestaande grenzen te betwisten. Die plotselinge vreedzaamheid is in grote mate een verdienste van bovenstatelijke samenwerkingsverbanden. Vooral de EU heeft het nodige gedaan aan het veranderen van de betekenis van de grens. Schengen heeft de wachtrijen voor douanepoortjes weggehaald, de interne markt voor diensten heeft gezorgd dat we binnen een dag een buitenlandse betaling kunnen doen, de interne arbeidsmarkt dat een werkzoekende in Polen in Nederland aan de slag kan, en met inzet van het toetredingsinstrument is gezorgd dat de Unie niet alleen België en Duitsland 'in check' houdt, maar Roemenië en Bulgarije evenzeer.

Maar deze grensmitigering is slechts fase I. Ingrijpender tijden naderen. Om dat te illustreren, besluit ik deze blog met een kaartje dat ik onlangs op mijn werk uit de mailbox viste:





















Wat dit plaatje laat zien, is het Nederlands grensgebied, maar de eigenlijke grens is nauwelijks te herkennen. In plaats daarvan zien we de gebieden voor grenssamenwerking, de zogenaamde 'euregio's'. Dit is wat de geograaf Etienne Balibar in 1998 'de inversie van grenzen en gebieden' noemde:
No longer borders are the shores of politics, but they have (for instance through the       allocation of border zones or border regions) become an object central to the constitution of a public sphere. So borders are not vanishing under the yoke of globalization, but rather they are being ‘multiplied, thinned and doubled’
De grens was ooit een hek. Langzaam ontwikkelde het zich tot de buitenrand van een politiek-economische entiteit. Nu staan we op het punt die ééndimensionale betekenis van grenzen te verliezen. Niet omdat we naar een wereld zonder grenzen toe gaan. Maar wel omdat we toegaan naar een wereld met véél meer 'zachte' grenzen, die steeds minder hun traditionele politieke betekenis hebben, en steeds meer een ad hoc betekenis kennen die overeen stemt met het efficiënt kunnen bereiken van een bepaalde publieke zaak. In die zin zijn de referenda op de Krim en in Schotland geen barbaars atavisme, maar een vroege uiting van de nieuwe 'grens a la carte'.

Wegens het ontbreken van enkele citaten in de bron- en doeltaal, bedien ik me hoofdzakelijk van de Engelse citaten.
† Of er moet spontaan nieuw land bijkomen, zoals The Economist deze week beschrijft: http://www.economist.com/news/international/21641246-offshore-eruptions-can-create-new-islandsand-new-territorial-rights-depths

zaterdag 24 januari 2015

Staakt-het-bloggen

Vandaag blaas ik na bijna drie jaar inactiviteit het stof van mijn weblog. Het staakt-het-bloggen was onvrijwillig, daar ik de toegang tot de blog was verloren nadat ik mijn studentmail was kwijtgeraakt.

Om continuïteit te veinzen, heb ik een enkele recente Facebook-schrijfsels een plek op deze site gegeven.  De koddige banner van voorheen heb ik meteen maar even vervangen voor een bewerking van een of ander hip-abstract muziekalbum.

Verwacht de nodige bespiegelingen over taal, politiek en alledaagse wederwaardigheden.