zaterdag 31 oktober 2009

Albums uit 2009

Zal ik eens even alle albums uit 2009 die ik tot nu toe heb beluisterd reviewen? Ach, waarom ook niet.

A Place to Bury Strangers - Exploding Head (2009)
Kneiterharde shoegaze, leuk dat het nog gemaakt wordt. De electro-elementen maken het wel wat plastischer dan shoegaze van begin jaren ’90. 3,5*

Animal Collective - Merriweather Post Pavilion (2009)
Chaos en anarchie blijven zegevieren bij deze band. Ik vind het altijd irritant als een band zichzelf al te nadrukkelijk opvoert als redder van het genre ‘weet ik wat’, maar ik moet zeggen dat het wederom aanstekelijk werkt. Brother Sport is het beste nummer 3,5*

Antony and the Johnsons - The Crying Light (2009)
Gejammer, geklaag, zieleroerselen. Interessant allemaal, maar ik heb nooit graag naar deze band geluisterd. Ik moet wel zeggen dat dit hun beste CD tot nu toe is. 3,5*

Arctic Monkeys - Humbug (2009)
…En dat vind ik eigenlijk ook van deze Arctic Monkeys, die voor deze CD samengewerkt hebben met QOTSA-zanger Josh Homme. Dat geeft de CD net wat meer sjeu, en volwassenheid. Het enige wat me blijft storen aan deze band is de drammerige wereldwijsheid die ze willen uitstralen, ik blijf dan ook bij mij taxonomie: Arctic Monkeys zijn een áárdig bandje. 3,0*

Bat for Lashes - Two Suns (2009)
Hier is me weinig van bijgebleven. 2,5*

Bill Callahan - Sometimes I Wish We Were an Eagle (2009)
Prachtig album van het voormalige (()Smog()) (ik probeer tussen haakjes te zetten dat deze bandnaam soms tussen haakjes gespeld werd). Veel tegendraadse liedjes en mooie muzikale vondsten. 4*

Blue October - Approaching Normal (2009)
Niet afschuwelijk, maar ook niet mijn kop thee. Moet ik nog ooit een ouder album van ze luisteren? 2,5*

Bon Iver - Blood Bank (2009)
Nergens zo heuglijk als op de meer heuglijke liedjes van hun debuutalbum

Built to Spill - There Is No Enemy (2009)
Yep, dit was mijn meest geanticipeerde release van 2009. Valt zo’n album dan tegen? Nee, dat wordt verhoed door de laatste twee nummers, die gewoon weer bij het beste van BTS horen. 4*

Crystal Antlers - Tentacles (2009)
The Doors meets screamo. Of zo. Een beetje lekker, maar wel vreemd. 3,5*

Dark Was the Night (2009)
Een compilatie-CD tegen aids. Al was het een CD tegen kikkers. 3,5*

Dinosaur Jr. - Farm (2009)
Dinosaur Jr. begon ongeveer met dezelfde ingediënten als Yo La Tengo en Built To Spill. Nu hebben deze bands alledrie een nieuwe CD uit, dit is toch verreweg de minste 3*

Editors - In This Light and on This Evening (2009)
Editors is al een hele tijd een driesterrenband, enige vernieuwing op dit album (aardige synths-single) verhoeden dat het afzakt naar een tweesterrenband. 3*

Eels - Hombre Lobo (2009)
Één van de tofste albums van het jaar. Alle nummers blijven hangen. 4*

Franz Ferdinand - Tonight (2009)
Ik zal wel een van de weinigen zijn die het geen slecht idee vindt wanneer dit soort bands zich proberen te vernieuwen mbv synthesizers. Het maakt dit soort uitkauwde gitaarindie voor festivals zoveel frisser en makkelijker te verhapstukken. En makkelijk te verhapstukken is een term die ongeveer gelijk staat aan 3 sterren.

Grammatics - Grammatics (2009)
Heb ik dit album ooit geluisterd joh? 2,5*

Grizzly Bear - Veckatimest (2009)
Hoor ik daar nu een Dr. Dre-loopje in het tweede nummer? Hoe dan ook, leuk CD-tje 3,5*

Jarvis Cocker - Further Complications (2009)
Jarvis is terug! En met I Never Said I Was Deep heeft hij nog eens een fantastisch nummer uitgebracht ook. Voor het hele album: 3*, de uptempo-nummers zijn veel te standaard.

Johan - 4 (2009)
Zo’n mooi nummer als Oceans zullen ze wel nooit meer maken. En dan blijft er gewoon een standaardesk Nederlands rockbandje dat Engelse clichés op muziek zet over.

La Roux - La Roux (2009)
Aardig. 3*

Mando Diao - Give Me Fire! (2009)
Leuk dat ze eindelijk doorbreken, maar ik vond hun oudere albums eigenlijk nog wat aanstekelijker. 3*

Manic Street Preachers - Journal for Plague Lovers (2009)
Tja, de Manics. Nooit heel veel mee op gehad, terwijl ik toch wat albums van ze bezit. Ze gaan op dit album terug naar hun oude sound. Ze doen maar. 3*

Mark E. Smith and Ed Blaney - Smith And Blaney (2009)
Smith mag a-muzikaal, toondoof en kachel zijn, toch is hij de meest productieve artiest van de laatste 30 jaar. Met The Fall heeft hij al meer dan dertig albums uitgebracht, en hij heeft zich ook nog bemoeid met een handvol solo- en zijprojecten. Dit album is natuurlijk slecht, maar gelukkig wél lachwekkend slecht. Neem de beat van het openingsnummer Ludite, dat kán toch niet. Het is gewoon een piepende magnetron of zo. En vier nummers verder zet hij gewoon nog een keer precies hetzelfde nummer op de plaat, hoezo Korsakov? Hm, wat zullen we zeggen, toch maar weer 2,5*?

Maxïmo Park - Quicken the Heart (2009)
De…rek…is…er………….uit. Verzin wat nieuws. 2*

Modest Mouse - No One's First and You're Next (2009)
The Whale Song is the song van het jaar! Zeer deugdelijke EP, veel beter dan hun laatste album ook. If anything, alleen wat wisselvallig en onuitgebalanceerd 4*

Morrissey - Years of Refusal (2009)
Morrissey is het zeker nog niet kwijt, ook dit door critici goed ontvangen albums bewijst dat. Dan doet hij het in zijn eentje beter dan veel andere ’80-bands het nu doen. Toch vind ik zijn teksten de laatste twee albums zwakker dan ooit, en omdat de toffe muzikale omlijsting van The Smiths al een tijdje van zijn zijde geweken is, blijven er weinig ingrediënten die deze CD de moeite waard maken. 3*

Patrick Wolf - The Bachelor (2009)
Een keer of drie geprobeerd, maar zijn oude albums zijn wel wat beter. Al ben ik nooit echt overtuigd geweest van zijn klasse. Maar minder dan 3* is dit ook niet.

Placebo - Battle for the Sun (2009)
Wat moet ik nu weer met Placebo? Interessant en afwijkend bandje, maar ik vraag me soms af of ik wel helemaal bij de doelgroep hoor. Al maakt dat weer geen reet uit als je zo’n knap slotnummer op je album zet. 3*-tje maar weer?
Sonic Youth - The Eternal (2009)
Sonic Youth blijft toch voor altijd jong. Alwéér een CD van niveau. 3,5*

Sunset Rubdown - Dragonslayer (2009)
Dat een album met de naam Dragonslayer het enige album van 2009 is dat boven de 4 sterren uitkomt is misschien verwonderlijk, maar Sunset Rubdown is toevallig wel even de band van held Spencer Krug, die ieder jaar – hetzij met Sunset Rubdown, hetzij met Wolf Parade – een topalbum uitbrengt. Anekdotisch frisse en vernuftige indie: 4,5*!

The Dead Weather - Horehound (2009)
Een doorstartje van The White Stripes. Mag er wezen, mag er net zo goed ook niet wezen. 2,5*

The Decemberists - The Hazards of Love (2009)
Heu? Een rockopera? De jicht kruipt me over de rug bij dit soort conceptplaten. En toch, en toch, de nummers an sich zijn weer erg sterk, 3,5*

The Horrors - Primary Colours (2009)
We zitten al bij de T, maar hier nog even een ongelooflijk sterke CD. Voortstuwende shoegaze zoals er maar weinig van gemaakt is deze eeuw, vooral de lange nummers beklijven. Dikke 4*

The xx - xx (2009)
Achtergrondmuziek. Ik kan niet tegen man/vrouw-samenzangen, of het moet wel erg veel kwaliteit hebben (Belle & Sebastian, Low). Dat heeft The XX niet, al is het niet zo storend zoet als Stars of zo. 3*

Thomas Köner - La Barca (2009)
Ambient is een verradelijk koebeest dat je niet zomaar in de smiezen hebt. Maar dit is ambient van de makkelijkst te beoordelen soort: nietszeggende willekeur. Jammer, want deze artiest heeft wel wat meer in zijn mars. 2*

U2 - No Line on the Horizon (2009)
Wie wacht er nog op U2? Ik niet, hun zwakste in jaren. Next. 2*

Ultravox - The Very Best Of (2009)
We brengen nog een best of uit! Vooruit dan maar, de wereld mag best weten dan Ultravox hoogtepunten heeft gehad, al is de band toch wel schandalig uit de mode inmiddels. 3,25*

White Lies - To Lose My Life... (2009)
Oja, die Editors-kloon #236 heb ik óók nog geluisterd dit jaar. Sterke eerste twee nummers, daarna is het Suske & Wiske en de plumpudding. 4,5*+2,5*/2=3,5*

Yo La Tengo - Popular Songs (2009)
Zei ik iets van The Whale Song? Welnu, And The Glitter Is Gone komt zéker ook in aanmerking. In een rechtvaardige wereld was dat nummer hét instrumentale indie-anthem. 4*

zaterdag 24 oktober 2009

El Negro en (Er)ik


Een korte geschiedenis: in het Catalaanse stadje Banyoles stond tot 1997 een opgezette neger uit Botswana. Hij was in 1830 uit de bosjes gehaald, gevild en neergezet. In het boek dat Renier me gaf (‘El Negro en ik’, door Frank Westerman) stond een mooie geschiedenis van hoe er sinds begin jaren ’90 steeds meer controverse ontstond over de tentoonstelling, die tijdens de Olympische Spelen in Barcelona tot een climax kwam. Het lag tegenwoordig toch wel erg gevoelig een neger tussen allerlei dieren in een museum te zetten, vooral omdat het geen veenlijk of freak op sterk water was, maar een gevild, werkelijk mens. Er gingen steeds meer stemmen op de neger weg te halen. De bewoners van Banyoles zaten evenwel helemaal niet te wachten op verwijdering van hun trekpleister, terwijl ene Arcelin, een zwarte arts, tot aan Kofi Anan, Kadaffi, Ted Kennedy, de hele dekselse mikmak doorlobbyde. Het liep bijna op een massale Olympische boycot uit.

Dat alles las ik gisteren, en ik zocht voor de grap eens uit of er een bus naar die stad reed. Die reed er, en de website van de stad was ook heel aanlokkelijk (en o.m. in het Nederlands!), er leek genoeg te beleven, en ik was vrij vandaag, dus vanochtend trok ik mijn stoute schoenen aan en kocht ik een retourtje.

In de bushalte sprak ik een wat oudere vrouw die me vroeg wat ik in Banyoles ging zoeken (het is toch een raar Pyreneeën-stadje, op anderhalf uur van Barcelona). Ik had het over sporen van El Negro, en ze reageerde laconiek: aardige missie, maar hij is er niet meer. Dat was precies hoe ik er zelf ook over dacht: een aardige missie. Ze hielp me later nog, want ik was zowat bij de verkeerde halte uitgestapt, op een industrieterrein in het midden van niets.

Maar dan Banyoles. De Neger stond in het Darder-museum, waar ik dan maar alras heen toog, want tegen de middag sluit zowat alles in Spanje. De man achter de balie was heel behulpzaam en vertelde van alles over de geschiedenis van het museum, maar niet over de Neger. Op gegeven moment vroeg ik of hij de schrijver van het boek kende. Kende hij niet. “Ken je dan El Negro?”, vroeg ik. Toen hij even stil was voegde ik toe: “ik weet verder niet of dat het verboden woord is hier?”. Hij hield nog even stil, en begon daarna te vertellen over de geschiedenis van de neger. Het meeste wist ik al uit het boek, maar hij schudde het wel makkelijk uit zijn mouw, terwijl de schrijver van El Negro de indruk wekte dat zijn ontdekkingen over El Negro noeste studies vereisten. Hij zei dat hij liever het woord ‘el Negro’, niet in de mond nam, dat was teveel eer voor dat museumstuk. Liever had hij het over ‘de polemiek’. Immers, het enige waar El Negro volgens hem bekend van was, was de polemiek van rond de Olympische Spelen, en verder was het stuk van geen enkel belang. “Het was helemaal niet ons topstuk”, benadrukte hij. Ik bleef daarom maar doen of ook de rest van het museum me buitengewoon interesseerde, want ik wilde niet de sensatiezoekende buitenlander zijn die ik misschien wel was.

Tussen neus en lippen door had hij het nog over Arcelin, de zwarte lobbyist, die toevallig een week terug overleden was. Verder liet hij me een boek over de geschiedenis van het museum zien, waarin met geen woord over El Negro gerept werd. Er stond zelfs onbeschaamd: ‘in 1992 was er een opvallende piek in het bezoekersaantal’ –zonder verdere uitleg. Misschien had ik het belang van El Negro voor Banyoles wat overschat? Ik was ook maar gisteren begonnen in dat boek, en in een opwelling naar die stad gaan. Herinnerde ik de museum-man aan iets wat al lang uit het collectieve geheugen was gewist?

Toch niet, want ik vroeg hem net voor ik wegging: “vragen er dan nog veel mensen naar El Negro?” Hij zuchtte: “cada dia” – elke dag.

Daarna ben ik naar wat boekwinkels gelopen. Die puilden bijna hoofdzakelijk uit van boeken over de stad zelf. Banyoles leek ontzettend trots op zijn geschiedenis, maar niet op dát deel. Één vrouw vroeg ik: “kan ik ergens een stuk over El Negro vinden”. Ze zei: “maar dat is veel te lang geleden, ga toch naar een antiquariaat”. Terwijl de schappen uitpuilden van boeken over Banyoles in de WOII, en nog verder terug.

Ik liep ook nog een wereldwinkel binnen, met een type wereldverbeteraar achter de toonbank, maar die durfde ik natuurlijk niks te vragen. Het viel me wel op dat er veel posters hingen in de trant van: ‘Banyoles houdt van Afrika’.

’s Middags heb ik op twee terrasjes gezeten, waarvan één aan een bijzonder mooi bergmeer. Westerman schreef dat je aan dat meer nog sleutelhangers van El Negro kon krijgen, maar die heb ik niet gezien. Maar het was een mooi Catalaans stadje. Ik dacht nog wat na over die’ne zwarte. Iedereen die ik sprak kende de neger, wist de hele geschiedenis, maar niemand wilde er graag over praten. Terwijl 15 jaar geleden de hele stad liep in t-shirts met ‘queda ‘t’ – Catalaans voor ‘hij blijft’. Waarschijnlijk wil men El Negro gewoon laten rusten, besloot ik, die ouwe jongen heeft al zolang geen rust gehad. Het voelde in die zin ook wel onkies om de mensen er nog mee lastig te vallen, niet dat ik geloof dat er inderdaad iedere dag iemand van verre naar Banyoles gaat om zich hierover te informeren (de museumman zei dat hij vooral te maken had met mensen die op een onlangs verschenen Catalaans youtube-filmpje reageerden, ik als buitenlander was wel een uitzondering), maar toch praat men er blijkbaar niet graag meer over.

Doch later kwam ik inderdaad een antiquariaat tegen, met een man die er belezen en vrijgevochten uitzag, en hij praatte wel graag over El Negro. Hij vond het boek erg interessant (hij zag ook meteen dat het in het Nederlands was, somehow), maar al heel snel kwam er een klant binnen en ik moest mijn bus halen. Toen ben ik maar gegaan.

woensdag 21 oktober 2009

Slowcore/dreampop

Soms wil je dat de tijd eens wat langzamer ging. Dat je de tijd kon nemen om te genieten van wat meteen aan je voorbijtrekt. Langzame, dromerige muziek als slowcore en dreampop weten die momenten te vangen, en uit te spinnen tot schoonheid. Nou ja, tot wat ik ervaar als schoonheid dan. Het zijn trage genres die enigszins tegen de shoegaze, ambient en electro aanleunen, en waarin de volgende artiesten zich bekwaamd hebben:

(tot 1989) De grondleggers: Talk Talk – Spirit Of Eden



Als het mijn doel zou zijn mijn lezertjes snel into dit genre te laten raken, is het niet slim deze plaat bovenaan te plaatsen, want het is een groeiplaat van a tot z. Wel wordt Talk Talk gezien als de eerste slowcore-groep, met op deze plaat ook nog elementen van hun New Wave-roots (zie je nou dat alles wat deugt uit de jaren ’80 is ontsproten!) en hun jazz-ambities. Dat pakt in mijn ogen wonderwel uit, vooral in de combinatie met de prachtige stem van Mark Hollis (die inmiddels vermist en verdwenen is). Het openingsnummer is het mooist: http://www.youtube.com/watch?v=hCZnXg0vNs0. De meest sacrale, stemmige plaat ooit opgenomen. Bestaat er meer van deze New Wave meets slowcore? Bwa, Bark Psychosis deed een poging met Hex (Pendulum Man) en The Cure hangt op Disintegration ook aardig tegen de dreampop aan (Plainsong). En ook de Cocteau Twins, Stone Roses en de Jesus And Mary Chain hebben hun duit in het zakje gedaan, en de basis gelegd voor de shoegaze-periode.

(1989-1993) Shoegaze-elementen: Slowdive

My Bloody Valentine en Ride hebben begin jaren ’90 schitterende allesverscheurende shoegazeherrie gemaakt. Luister maar eens naar Seagull, een heerlijk takkerhard nummer dat Tool tot een behoudende Beatles-kloon degradeert (ik moet nu eenmaal altijd Tool hebben, spijt me). Edoch, deze log handelt over de wat tragere muziek. Dé dreampop-band allertijden is natuurlijk Slowdive. Onmogelijk om je aan deze muziek te storen, terwijl het alles behalve pijnloze luchtledigheid is. Het is gewoon een gelaagd stukje schoonheid met veel feedback en hemelse zang: http://www.youtube.com/watch?v=FAPKM0RZ4as. Nog een ander stukje dreampop uit deze hoogtijdagen: http://www.youtube.com/watch?v=HA8sC8T5xEw.

(1993-1997) Amerika ontwaakt



In 1993 brachten de Red House Painters hun titelloze debuut uit. Hun genre zou ik willen omschrijven als ‘kabbel-kabáng’. De eerste keer dat je het hoort kabbelt het voort, de tweede keer valt het kwartje donderhard. Het is een zeer Amerikaanse slowcore-band, zonder shoegaze-elementen, die nog het meest doet denken aan trage singer-songwritermuziek. Niettemin wordt Red House Painters vaak in het rijtje slowcore-artiesten genoemd, omdat er veel gewerkt wordt met stiltes en alle Amerikaanse songwriters-clichés (geforceerde snik in de stem, jingle-jangle-gitaren, gezeur over republikeinen, woestijnen en olievaten) zijn wegbezuinigd. Overlaatst is dit mijn favoriete nummer: http://www.youtube.com/watch?v=4BMZ7wfLyno. Een tweede favoriet in dit genre is Low, een band die ik live heb gezien in de Catherina-kerk in Eindhoven, en waaraan het Uur Van De Wolf nog ooit een schitterende lange documentaire heeft gewijd. Dit is geen singer-songwritermuziek, maar muziek die leunt op uitgesponnen vocalen, trage drums en – heuswaar - af en toe wat shoegaze-elementen. Dit niet zo lange nummer moet wel van jullie tijd afkunnen http://www.youtube.com/watch?v=vWUQpvfRkVM.

(1997-heden)

Sinds 1997 wordt de mooiste trage muziek gemaakt door Bedhead (The Present!), Fennesz (A Year In A Minute!), Sigur Rós (Untitled 8!, al is dat amper rustgevend meer te noemen) Great Lake Swimmers (Moving, Shaking!), Bon Iver en Stars Of The Lid. Stuk voor stuk hebben zij schitterende contemplatieve CD’s gemaakt voor op de late avond.

Nu zou ik me ook enig cynisme ten overstaande van dit genre voor kunnen stellen (“wanneer beginnen ze?”), en ik ben me ervan bewust dat dit genre soms ook wel riekt naar volksbedotterij. Dan heb ik heb niet over mijn favorieten (heuh!), maar over de pure willekeur-de-pillekeur-muziek die zich alleen maar richt op een lukraak klank-stilte-klank. Om die reden ben ik bijvoorbeeld nooit echt into ambient gekomen, al heb ik inmiddels wel wat ambient-CD’s ontdekt met een sfeer die me erg ligt (Nuuk van Thomas Koner bijvoorbeeld, je waant je werkelijk in de Groenlandse hoofdstad). En jazz doet me ook nog niet veel, en dat vind ik eigenlijk wel prima zo. Er is genoeg andere gelaagde, langzame muziek voor in [bepaalde buien] op [bepaalde momenten].

maandag 19 oktober 2009

Haardrachten en Spaanse sleur

Ik zou toch eigenlijk een wekelijks verslag op dit internet neer moeten zetten, maar de wiskunde wil dat dit me niet meer gaat lukken. Ik kan mijn gemiddelde niettemin opkrikken, en daartoe is dit stukje een mooie aanzet.

Ik heb zojuist gegeten. Ik kook soms heel uitgebreid. Ik maakte vandaag heel veel pasta, met gehakt, tomatensaus en de usantiële olijven. Daar kan ik dan drie dagen mee vooruit. Met enige traagte peuzelde ik het op. Ik had nog een boek en een blikje Carlsberg die deze traagte stimuleerde en de belangrijkste maaltijd van de dag omzette in een moment van verkwikking, genot en aanwas van geestelijke rijkdom.
Mijn lunch, vanmiddag, werd evenwel vóór mij bereid in de naamloze bar onder mijn huis. Het bestond uit een stokbrood met tonijn, twee glazen sinaasappelsap en één krant, te weten El País, het dagblad voor de centrumlinks-georiënteerden. Een mens leest toch het liefst zijn eigen waarheden.

Op de universiteit had ik vandaag twee vakken, een aardige en een saaie. De saaie duurde het langst. In de trein sprak ik met twee Belgen en een Peruaan. Er zat ook een man naast me die erg moest hoesten. En niezen. En het hield maar niet op. Het was echt heel erg.

Spaanse kapsels lijken nergens naar. Ze hebben rare matjes, ze zijn kort aan de zijkanten, hoog aan de bovenkant, en als ze met alle esthetiek willen spotten dragen ze ook een misplaatste vlecht. Ik noem het Tears For Fears-kapsels, niet geheel toevallig omdat één van de zangers van deze band een gelijkaardige haardracht had.

Morgen gaat de sleur door. Ik hoorde ooit iemand zeggen dat iemand die naar het buitenland gaat de sleur niet kan waarderen.. Kon hij misser zitten? Nu ja, er zijn natuurlijk wel veel zaken die je van de sleur afleiden. Uitjes, feestjes, kapsels, kleine ellende, toffere momenten, ik zeg maar wat. Het is haast het echte leven hier.