woensdag 21 oktober 2009

Slowcore/dreampop

Soms wil je dat de tijd eens wat langzamer ging. Dat je de tijd kon nemen om te genieten van wat meteen aan je voorbijtrekt. Langzame, dromerige muziek als slowcore en dreampop weten die momenten te vangen, en uit te spinnen tot schoonheid. Nou ja, tot wat ik ervaar als schoonheid dan. Het zijn trage genres die enigszins tegen de shoegaze, ambient en electro aanleunen, en waarin de volgende artiesten zich bekwaamd hebben:

(tot 1989) De grondleggers: Talk Talk – Spirit Of Eden



Als het mijn doel zou zijn mijn lezertjes snel into dit genre te laten raken, is het niet slim deze plaat bovenaan te plaatsen, want het is een groeiplaat van a tot z. Wel wordt Talk Talk gezien als de eerste slowcore-groep, met op deze plaat ook nog elementen van hun New Wave-roots (zie je nou dat alles wat deugt uit de jaren ’80 is ontsproten!) en hun jazz-ambities. Dat pakt in mijn ogen wonderwel uit, vooral in de combinatie met de prachtige stem van Mark Hollis (die inmiddels vermist en verdwenen is). Het openingsnummer is het mooist: http://www.youtube.com/watch?v=hCZnXg0vNs0. De meest sacrale, stemmige plaat ooit opgenomen. Bestaat er meer van deze New Wave meets slowcore? Bwa, Bark Psychosis deed een poging met Hex (Pendulum Man) en The Cure hangt op Disintegration ook aardig tegen de dreampop aan (Plainsong). En ook de Cocteau Twins, Stone Roses en de Jesus And Mary Chain hebben hun duit in het zakje gedaan, en de basis gelegd voor de shoegaze-periode.

(1989-1993) Shoegaze-elementen: Slowdive

My Bloody Valentine en Ride hebben begin jaren ’90 schitterende allesverscheurende shoegazeherrie gemaakt. Luister maar eens naar Seagull, een heerlijk takkerhard nummer dat Tool tot een behoudende Beatles-kloon degradeert (ik moet nu eenmaal altijd Tool hebben, spijt me). Edoch, deze log handelt over de wat tragere muziek. Dé dreampop-band allertijden is natuurlijk Slowdive. Onmogelijk om je aan deze muziek te storen, terwijl het alles behalve pijnloze luchtledigheid is. Het is gewoon een gelaagd stukje schoonheid met veel feedback en hemelse zang: http://www.youtube.com/watch?v=FAPKM0RZ4as. Nog een ander stukje dreampop uit deze hoogtijdagen: http://www.youtube.com/watch?v=HA8sC8T5xEw.

(1993-1997) Amerika ontwaakt



In 1993 brachten de Red House Painters hun titelloze debuut uit. Hun genre zou ik willen omschrijven als ‘kabbel-kabáng’. De eerste keer dat je het hoort kabbelt het voort, de tweede keer valt het kwartje donderhard. Het is een zeer Amerikaanse slowcore-band, zonder shoegaze-elementen, die nog het meest doet denken aan trage singer-songwritermuziek. Niettemin wordt Red House Painters vaak in het rijtje slowcore-artiesten genoemd, omdat er veel gewerkt wordt met stiltes en alle Amerikaanse songwriters-clichés (geforceerde snik in de stem, jingle-jangle-gitaren, gezeur over republikeinen, woestijnen en olievaten) zijn wegbezuinigd. Overlaatst is dit mijn favoriete nummer: http://www.youtube.com/watch?v=4BMZ7wfLyno. Een tweede favoriet in dit genre is Low, een band die ik live heb gezien in de Catherina-kerk in Eindhoven, en waaraan het Uur Van De Wolf nog ooit een schitterende lange documentaire heeft gewijd. Dit is geen singer-songwritermuziek, maar muziek die leunt op uitgesponnen vocalen, trage drums en – heuswaar - af en toe wat shoegaze-elementen. Dit niet zo lange nummer moet wel van jullie tijd afkunnen http://www.youtube.com/watch?v=vWUQpvfRkVM.

(1997-heden)

Sinds 1997 wordt de mooiste trage muziek gemaakt door Bedhead (The Present!), Fennesz (A Year In A Minute!), Sigur Rós (Untitled 8!, al is dat amper rustgevend meer te noemen) Great Lake Swimmers (Moving, Shaking!), Bon Iver en Stars Of The Lid. Stuk voor stuk hebben zij schitterende contemplatieve CD’s gemaakt voor op de late avond.

Nu zou ik me ook enig cynisme ten overstaande van dit genre voor kunnen stellen (“wanneer beginnen ze?”), en ik ben me ervan bewust dat dit genre soms ook wel riekt naar volksbedotterij. Dan heb ik heb niet over mijn favorieten (heuh!), maar over de pure willekeur-de-pillekeur-muziek die zich alleen maar richt op een lukraak klank-stilte-klank. Om die reden ben ik bijvoorbeeld nooit echt into ambient gekomen, al heb ik inmiddels wel wat ambient-CD’s ontdekt met een sfeer die me erg ligt (Nuuk van Thomas Koner bijvoorbeeld, je waant je werkelijk in de Groenlandse hoofdstad). En jazz doet me ook nog niet veel, en dat vind ik eigenlijk wel prima zo. Er is genoeg andere gelaagde, langzame muziek voor in [bepaalde buien] op [bepaalde momenten].

1 opmerking:

Seeb zei

Daar gaat Riceboy Sleeps dus nog tussenstaan. In 2min je dosis prachtige rust krijgen (fast-slow): Nils Petter Molvaer - Tabula Rasa