vrijdag 27 december 2013

Klimaatactivisme juist geen religieus complex

De Bijbel spreekt van de zondvloed, Jehova’s reppen over het einde der tijden en de Maya’s – of de duiders daarvan – zien hun kalender aflopen met apocalyptische gevolgen. De nuchtere Nederlander haalt zijn schouders op: geen greintje aanleiding om dit alarmisme te geloven. Het is verleidelijk een plaag als klimaatverandering met dezelfde scepsis te onthalen. De parallellen met religie zijn duidelijk, toch?

Volgens Jonathan van ‘t Reve wel. De Volkskrant-columnist met scherpe pen betoogde onlangs dat een organisatie als Greenpeace ‘alle kenmerken van een religieuze groepering bevat’. Geenstijl stelde dienovereenkomstig dat mensen die denken klimaatverandering te kunnen stoppen aan een ‘God-complex’ lijden.
Het lijkt niet gek deze vergelijking te schetsen. Net als in religies lijken klimaatactivisten te beweren dat ons zondig handelen resulteert in een onomkeerbare catastrofe. En net als in religies is er een klein groepje mensen dat doordrongen is van deze trieste uitkomst en de behoefte voelt dit besef te verspreiden om samen het tij te keren.

Maar werkelijk, hier houden alle parallellen op. Het is namelijk veel beter vol te houden dat precies diegene die zich onverschillig tonen tegenover klimaatverandering met een religieus complex behept zijn. Zij geloven namelijk dat menselijk handelen niet tot een destructief resultaat leidt en ook geen menselijk ingrijpen vereist. Of ze klampen zich vast aan het geloof dat de voortschrijdende techniek ons, als in een Amerikaanse sportfilm, in de laatste minuut redt.

Een bijzonder weinig nuchtere voorstelling van zaken, als je het mij vraagt. Waarom zouden we vanzelf gered worden, terwijl dit volgens de koele wetenschap erg onwaarschijnlijk is? Hier lijkt een soort Godsgeloof om de hoek te kijken. Het geloof dat uit de chaos der dingen noodzakelijk een goedaardig patroon ontstaat.

Natuurlijk zijn er ondersoorten in klimaatsceptici en houdt niet iedere scepticus vol dat het veranderende klimaat en de menselijke invloed daarop volstrekt te ontkennen is. Het meest wonderlijk zijn de mensen die de mogelijkheid van door mensen veroorzaakte aardopwarming openlaten, maar menen dat daar geen acties aan hoeven te worden verbonden. Omdat we, als het plaatsvindt, toch al het haasje zijn. Omdat aarde zich wel redt, met of zonder mensheid.
Dit type misantropisch relativisme is in de eerste plaats de dood in de pot voor iedere discussie (vergelijkbaar met: “wat doet het er allemaal toe, over 100 jaar zijn we toch dood”). Daarnaast lijkt het – opnieuw – te werken met kaders geleend uit de godsdienst. Waarom moeten we toestaan dat de aarde zich redt, zonder mensheid? Omdat “we het ernaar gemaakt hebben”? Is dit niet precies het religieuze concept van schuld en boete?

Een beeld dat mensen wellicht voedt in hun cynische houding, is dat klimaatactivisten de wereld willen redden. Ontgoochelde cynici knappen hierop af: dit soort pretentie en maakbaarheidsdenken is onze soort niet gegeven. Maar klimaatverandering tegengaan is géén kwestie van de wereld redden. De enige taak is het behouden van de toevallige omstandigheid dat deze planeet voor mensen bewoonbaar is. Je reinste eigenbelang dus. Wie zich verdiept in de overweldigende ecologische processen die deze leefbaarheid al millennia in stand houden, zal leren dat dit een kwetsbaar gegeven is. We stellen dit op de proef door de atmosfeer te voeden met (te) grote hoeveelheden CO2 en andere broeikasgassen. Een probleem voor en door de mens, dat we ook zelf moeten oplossen.

Deze oplossing moet gezamenlijk plaatsvinden: uitstoot van gassen als CO2 moet – net als gebeurd is met CFK’s, benzine met lood en antipersoonsmijnen – wereldwijd uitgefaseerd worden, bijvoorbeeld via een veilingsysteem. Subsidies op CO2-intensieve productie moet afgeschaft worden, kleinschalige duurzame energie gestimuleerd. Geen gemakkelijke opgaaf, maar het is al meerdere malen becijferd dat het zowel betaalbaar als haalbaar is om op deze manier verdere escalatie van het klimaatprobleem tegen te gaan.

Dat mag in figuurlijke zin missionariswerk worden genoemd, maar NGO’s, politici en burgers die deze oplossingen tot stand proberen te brengen is bepaald geen religiositieit te verwijten. De meeste klimaatactivisten kunnen niet zoveel met een begrip als zondigheid. Ze opereren veel waardevrijer: ze wijzen ons op een heel praktische en concrete situatie die menselijk ingrijpen vereist. Juist omdat er geen externe kracht is die ons straft voor onze spilzucht of ons in de laatste minuut redt, moet de mens het zelf doen. Een door en door profaan wereldbeeld.