zondag 27 september 2009

Juan met de pet

Wat ik hier de hele dag uitvoer? Niet zo veel, eigenlijk. Integreren, noem ik dat. Ik zwem in de zee, lees wat boeken, bedien me van de metro, kijk alle interviews met Willem Oltmans die er op internet te vinden zijn, en ik kook heel veel bonen. ’s Avonds kijk ik ergens naar de champions league - want iedereen kijkt ’s avond champions league hier - en als die er niet is sjouw ik wat rond met huisgenoten of doe ik wat anders. Ik weet het niet eens. Ik heb me iedere avond nog wel vermaakt, geloof ik.

Gisteren ben ik bijvoorbeeld naar een gratis openluchtconcert van The Hives geweest. Het geluid was belabberd, en ik kwam er stomtoevallig een oude bekende tegen, een medestudent die kennelijk ook in Barcelona studeert. Vandaag kwam ik hem even stomtoevallig opnieuw tegen. Dat is wel een bizar gegeven, het tegenkomen van mensen. Je spreekt iedere dag wel één of twee nieuwe burgertjes, en zo’n 50% ervan kom je dan opnieuw tegen in de stad, de metro of waar dan ook. Ik ben er niet eens meer stomverbaasd over, eerder sceptisch. Welk spel wordt er met me gespeeld in deze miljoenenstad?

Zo zat er één van de eerste dagen een dikke nicht in de metro, met een raar grijs puntbaardje en een hoge lach. Hij stapte al na één station uit, en ik dacht: raar dat God me deze bizarre dikke nicht stuurt voor slechts vijftien seconden in mijn leven. Dat was dus niet zo, en ik ben hem nu al een keer of drie vaker tegengekomen.

Gisterenavond was ik overigens op stap met mijn buurman, Carlos Rodriguez. Voici, een naam die je op internet mag zetten zonder dat er enige sancties aan verbonden zullen zijn. Carlos Rodriguez, het moet de meest normale naam ter wereld zijn. En dat treft, want het is ook de meest normale persoon ter wereld. Een brave, beleefde alleenstaande kerel van 32, die keurige lichtblauwe overhemden draagt en keurige grapjes maakt. Hij houdt van actiefilms, Queen en The Beatles. Hij drinkt nooit meer dan twee biertjes per nacht en na twee biertjes zijn we keurig terug naar de flat gegaan. Een keurige avond.

Vandaag was geen hoogtepunt, ik stond laat op, bakte eieren, zocht naar een bar om het WK wielrennen te kijken en toen ik thuis kwam kookte ik bonen. De huisbazin werd boos omdat ik water gebruikte tijdens het afwassen, want ik mocht alleen zeep gebruiken. Op zo’n momenten wou ik dat ik me beter kon uitdrukken in het Spaans, maar ze moest het doen met mijn ik-ben-verontwaardigd-mimiek.

Morgen start mijn studie echt. Het wordt een week van afzien, want om erachter te komen welke vakken Castiliaans en welke Catalaans zijn moet ik ieder vak bijwonen. De informatievoorziening is een drama, moet je weten. En de vakken worden gegeven van negen uur ’s ochtends tot half negen ’s avonds.

Ik ben blij als ik wat meer over mijn vakken weet.

woensdag 2 september 2009

Barcelona, 02-09

Vandaag ben ik verhuisd. Het voelt wel goed dat ik hier nu eindelijk soort van gevestigd ben, en niet onbelangrijk: dat ik voor het eerst in mijn leven op mezelf woon. Ik kookte vandaag mijn eerste maaltijd; niet dat hij verder een naam mocht hebben. Het bestond uit cup-a-soup met geprakt brood, drie eieren met een boerenomeletmix erin en een salade met gebraden kip. Totale bereidingsduur: vijf minuten.

Al mijn angst die ik had over de tamelijk afgelegen locatie is inmiddels wel weggeëbd. Het is hier t.n.o. prima uit te houden. Maar echt. Poblenou is een heel levendig deel van de stad, en op het stuk strand dat hier dichtbij ligt is het ’s avonds prima vertoeven. Als ik vijf minuten parallel aan het strand richting de stad loop kom ik op het Rambla Poblenou, een aardig gelukt aftreksel van het echt Ramblas met terrasjes die naar het strand leiden. My own! Personal! Ramblas!, floot ik al naar analogie met de Depeche Mode-gekte hier. Het oude stadsdeel, waar het centrum ligt, is natuurlijk nog veel levendiger, maar daar spelen weer andere dingen.


Is het dan allemaal geweldig hier? ik weet het niet. Het is wel aangenaam zo in de eenzame drukte, maar het zou leuk zijn als ik een beetje in een groep mensen rol die me wat meer van het bestaan hier laten ontdekken. Niet dat ik nu op een eiland leef, ik heb iedere dag wel wat coole mensen ontmoet en leuke verrassende gesprekken gehad, maar ze hebben nog geen enkele invloed op mijn agenda gehad, en ik waai gewoon van de ene naar de andere plek. Het komt er deze dagen op neer dat ik rond een uur of 8 eet (wat vroeg is voor Catalaanse begrippen), en rond een uur of half tien ga ik dan wat in een bar hangen en Johnny Sugar-achtig om me heen kijken. Er zijn altijd wel wat andere onverlaten en zo niet dan ligt er wel een Spaanse krant en zo niet dan ben ik snel weer weg.

Maar ik sta ook nog aan het begin van deze campagne en dat netwerk-gebeuren is ook niet mijn voornaamste zorg. Wat mijn voornaamste zorg wel is? De honderden kleine dingen die komen kijken bij alleen wonen in een vreemde stad. Er zullen nog wel honderd dingen bijkomen, en er zullen dingen verdwijnen. Zo blijken de metro’s in het weekend gewoon ’s nachts door te rijden – zie mijn vorige log.

Verderop deze week ga ik naar mijn universiteit om te vechten tegen de windmolens van de Spaanse bureaucratie (ik verwacht totale chaos, alle buitenlandse studenten moeten zich deze dagen melden) en als ik dat eenmaal op een rijtje heb kan ik wel zeggen dat ik hier gesetteld ben. Okee, slaaptijd.