maandag 10 september 2012

Chasing cars: de eeuwige wording van geluk in de politiek

Geluk is een lastige categorie omdat het nooit echt ‘daar’ is. We kunnen onze verlangens (geluk in wording) en weemoed (terugblik op geluk) doorgaans veel beter duiden dan de toestand zelf. Geen opbeurende overpeinzing, maar het goede nieuws is dat politiek en samenleving zich doorgaans niet de flauwste raad weten met geluk. Zoals de hond die auto’s achtervolgt niet zou weten wat hij moet als hij ze vangt.
 
Ostalgie, het bekende neologisme voor Duitse heimwee naar het leven ten tijde van de DDR, moet in dat licht gezien worden, en niet in het licht van lage werkloosheidcijfers of kleine armoedeverschillen. Mensen hadden het comfort hun schaarste en ontberingen toe te schrijven aan de Partij, en het welvarende Westen vormde een lonkend perspectief. Dit smeedde gemeenschapszin. De plotse opheffing van schaarste, zondebokken en muren om omver te werpen liet veel mensen achter in onbehagen. De route naar geluk bleek zaligmakender dan het geluk zelf.

Linkse intellectuelen die een wereld zonder grenzen bepleiten timmeren op eenzelfde aambeeld. De werkelijke consequentie van uitvoer van deze maatregel (overspoeling van sociale systemen van eerstewereldlanden; ontlokking van racisme) zal hen bekend zijn, maar zolang aan de oproep geen gehoor wordt gegeven, kan de intellectueel blijven genieten van een stabiel, praktisch functionerend systeem én in harmonie leven met het eigen geweten (“door te doceren/publiceren over een grenzeloze wereld voor iedereen, doe ik het maximale wat ik vanuit mijn positie kan doen”).

Is dit hypocriet? Misschien. Maar het legt tegelijk bloot dat we de politieke utopie niet alleen nooit bereiken, maar vooral niet moeten willen bereiken. Dat is geen baanbrekend inzicht. De politiek ontwikkelt zelfs modi om deze eeuwige wording van geluk praktische invulling te geven. Links pleit voor de kilometerheffing en subsidieert de elektrische auto in plaats van wegen te bouwen, hopende dat elektrisch rijden niet zo populair wordt dat de wegen alsnog dichtslibben. En de rokende oom die iedere verjaardag vertelt dat hij bezig is een gat in de begroting dicht te paffen heeft dit punt ook gezien: als het effect is dat iedereen stopt, verdwijnt deze inkomstenpost moet het gat worden opgevuld met een nieuwe belasting.

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld voor de door GroenLinks, PvdA en Partij van de Dieren voorgestelde belastingverschuiving van toegevoegde waarde (btw) naar onttrokken waarde (BOW). Ofwel: de BTW wordt verlaagd, want consumptie is wenselijk, en in plaats daarvan wordt de belasting op het onttrekken van grondstoffen en hulpbronnen verhoogd, want uitputting van de aarde is onwenselijk.

Daarmee is het een verdedigbare maatregel, omdat het – in tegenstelling tot btw – specifiek datgene belast wat je ook daadwerkelijk wil ontmoedigen. Maar op het moment dat de hond de auto vangt en er geen onduurzame en ongewenste processen meer zijn om te belasten, is er een probleem. De staat ontvangt noch btw noch bow. Rokers zijn uitgebannen en vlees heeft een betaalbare en onbelaste vervanger. Bedrijfsprocessen zijn volledig verduurzaamd en energie is zowat gratis.
Laten we blij zijn nog in de maakbare, en niet in de gemaakte samenleving te leven.