Geluk is een lastige categorie omdat het nooit echt ‘daar’ is. We
kunnen onze verlangens (geluk in wording) en weemoed (terugblik op
geluk) doorgaans veel beter duiden dan de toestand zelf. Geen opbeurende
overpeinzing, maar het goede nieuws is dat politiek en samenleving zich
doorgaans niet de flauwste raad weten met geluk. Zoals de hond die
auto’s achtervolgt niet zou weten wat hij moet als hij ze vangt.
Ostalgie, het bekende neologisme voor Duitse heimwee naar het leven
ten tijde van de DDR, moet in dat licht gezien worden, en niet in het
licht van lage werkloosheidcijfers of kleine armoedeverschillen. Mensen
hadden het comfort hun schaarste en ontberingen toe te schrijven aan de
Partij, en het welvarende Westen vormde een lonkend perspectief. Dit
smeedde gemeenschapszin. De plotse opheffing van schaarste, zondebokken
en muren om omver te werpen liet veel mensen achter in onbehagen. De
route naar geluk bleek zaligmakender dan het geluk zelf.
Linkse intellectuelen die een wereld zonder grenzen bepleiten
timmeren op eenzelfde aambeeld. De werkelijke consequentie van uitvoer
van deze maatregel (overspoeling van sociale systemen van
eerstewereldlanden; ontlokking van racisme) zal hen bekend zijn, maar
zolang aan de oproep geen gehoor wordt gegeven, kan de intellectueel
blijven genieten van een stabiel, praktisch functionerend systeem én in
harmonie leven met het eigen geweten (“door te doceren/publiceren over
een grenzeloze wereld voor iedereen, doe ik het maximale wat ik vanuit
mijn positie kan doen”).
Is dit hypocriet? Misschien. Maar het legt tegelijk bloot dat we de
politieke utopie niet alleen nooit bereiken, maar vooral niet moeten
willen bereiken. Dat is geen baanbrekend inzicht. De politiek ontwikkelt
zelfs modi om deze eeuwige wording van geluk praktische invulling te
geven. Links pleit voor de kilometerheffing en subsidieert de
elektrische auto in plaats van wegen te bouwen, hopende dat elektrisch
rijden niet zo populair wordt dat de wegen alsnog dichtslibben. En de
rokende oom die iedere verjaardag vertelt dat hij bezig is een gat in de
begroting dicht te paffen heeft dit punt ook gezien: als het effect is
dat iedereen stopt, verdwijnt deze inkomstenpost moet het gat worden
opgevuld met een nieuwe belasting.
Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld voor de door GroenLinks, PvdA en
Partij van de Dieren voorgestelde belastingverschuiving van toegevoegde
waarde (btw) naar onttrokken waarde (BOW). Ofwel: de BTW wordt verlaagd,
want consumptie is wenselijk, en in plaats daarvan wordt de belasting
op het onttrekken van grondstoffen en hulpbronnen verhoogd, want
uitputting van de aarde is onwenselijk.
Daarmee is het een verdedigbare maatregel, omdat het – in
tegenstelling tot btw – specifiek datgene belast wat je ook
daadwerkelijk wil ontmoedigen. Maar op het moment dat de hond de auto
vangt en er geen onduurzame en ongewenste processen meer zijn om te
belasten, is er een probleem. De staat ontvangt noch btw noch bow.
Rokers zijn uitgebannen en vlees heeft een betaalbare en onbelaste
vervanger. Bedrijfsprocessen zijn volledig verduurzaamd en energie is
zowat gratis.
Laten we blij zijn nog in de maakbare, en niet in de gemaakte samenleving te leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten