zondag 21 juni 2009

Büch

Boudewijn Büch was best een held. Hij was lelijk, loog alles bij elkaar, wond zich op om helemaal niks, maakte reizen naar eilanden in de Stille Zuidzee, bezat niet minder dan 100.000 boeken en maakte reclame voor rijst.

Het is een schande dat de uitzendingen van De Wereld Van Boudewijn Büch nergens op internet te vinden zijn, maar als verzachting voor dit leed is staat er een goede documentaire en een hele zooi vermakelijke youtube-filmpjes online.

dinsdag 9 juni 2009

Fietsen in 1994

Ik ben iemand van wisselende obsessies, maar mijn drie van mijn interesses waar ik in de loop van de jaren het meeste tijd aan heb verspild vinden hun vroegste herinneringen in hetzelfde jaar. Dat jaar is 1994 en de obsessies zijn politiek, muziek en wielrennen. Om met de eerste te beginnen: het was het jaar waarin het programma Sterrenslag werd uitgezonden, waarin de presentatoren het opnamen tegen ‘de politiek’. De politici verloren altijd. Zoals ik fan werd van RKC omdat ze altijd onderaan stonden, begon ik me uit medelijden voor dit inferieure groepje mensen te interesseren in de politiek.

Dan de muziek. In 1994 kocht ik een stereotoren van het geld dat ik van mijn communie kreeg. Ik had één muziekstroming die me interesseerde: Nederlandstalig. Obscuur Nederlandstalig, kan ik achteraf wel zeggen, want wie kent er heden ten dage nog iets van Het Cocktail Trio, Circus Custers, Het Lowland Trio, Toontje Lager of Eddy Christiani?

Dan de derde interesse. In 1994 vond de ronde van Vlaanderen plaats. Er was een grote Vlaamse favoriet: Johan Museeuw, en een Italiaanse outsider: Gianni Bugno. Ik ben weer voor de outsider. De twee renners rijden op kop in de laatste meters. De sprint zet in. Museeuw maakt een schakelfout en Bugno neemt veel voorsprong. Bugno kijkt om, zet even door en steekt zijn handen in de lucht op tien meter van de streep. Maar Museeuw vindt de juiste versnelling en komt zonder dat Bugno het ziet terug. Terwijl Bugno juicht komt Museeuw naast Bugno. Ze komen tegelijk over de finish, Bugno met de handen los en Museeuw voluit sprintend. Niemand wist wie er won. De finishfoto moest eraan te pas komen. Bugno was net eerste.

Dat was me een feest.Dat moment heb ik honderd keer in gedachten nagedaan. En in het echt ook wel eens. Als ik op een drempel iemand voorbij fietste deed ik even – onopvallend - de handen van het stuur, en probeerde ik het zó te timen dat ik net genoeg voorsprong had.

Het heeft nog jaren geduurd voor ik doelbewust wielrennen ging kijken, maar als ik er toevallig langskwam liet ik het altijd aan staan. Eerst omdat ik hoopte op een zelfde soort finish, maar later omdat ik de wetten van het spel begon te begrijpen. Wie wel eens langs fietsen zapt, snapt waarschijnlijk niet hoe iemand het interessant kan vinden – een meute die op een fiets gezet wordt en uren en uren hetzelfde doet. Maar het is méér. Ten eerste is het geen lange-halen-snel-thuis-sport als schaatsen. Het is een teamsport met heel veel tactiek . Snerieus. Omdat het over zulke grote afstanden gaat moet je je krachten erg doseren. Als je met een groepje vooraan bent, moet je (als je een lul bent en de gok durft te nemen) doen of je de slechtste bent, en vooral niet al het kopwerk opknappen. Je moet anderen achter demarrages aan laten springen, je geduld bewaren, hopen dat je teruggebracht wordt door de rest van de groep en dan toeslaan. Dat steekspel boeit me.

Bergetappes zijn nog mooier. Let wel, bergetappes komen voor in meerdaagse wedstrijden, klassiekers als de Ronde van Vlaanderen worden in één dag afgelegd. De Tour de France is dan weer meerdaags. Het is geen puntenwedstrijd, maar een wedstrijd op tijd. Wie in totaal in de minste tijd alle etappes aflegt wint. Dat maakt niet dat iedere etappe één lange tijdrit is waar iedereen achter iedereen aanzit en 200 kilometer lang als een ontkooide koe doorstampt. Nein, ook als je rijd voor het tijdsklassement moet je je krachten doseren. Je moet alleen je naaste belagers in de gaten houden, gokken met welke aanval je meegaat, en zorgen dat je niet moet lossen op de laatste klim. Het maakt niet uit of renners die een uur (zo erg kan dat oplopen) achterstaan in het klassement ervandoor gaan met de etappe, je moet je concurrenten in de gaten houden. Inhouden, doorfietsen, inhouden, doorfietsen. Een heerlijk zenuwachtig gedoe.

Ik vind wielrennen dus een heel goed idee. Het is een esthetische sport met veel historie. Ik draaf niet door nu hoor. Zoek maar eens iets op over vooroorlogse Tours de Frances, en dan vooral over de meest geweldige man die zowat ooit geleefd heeft, de chagrijnige cynische gierige ouwe zeur Theofiel Middelkamp. Of wacht, ik schrijf zelf wel een keer een log over hem. Dan besluit ik deze log met beelden van de sprint tussen Museeuw en Bugno (spoel door tot pakweg driekwart): http://www.sporza.be/permalink/1.515324

vrijdag 5 juni 2009

Koets

Ik denk wel eens: wie ben ik nu helemaal? Het antwoord stelt me dan gerust. Ik bedoel, mijn naam is niet Ed Konijnenslachter. Het is ook niet Wubbo Hol. Het is ook niet Archimedus Meloen. Mijn naam kan er alleszins mee door. Ga je je gedragen naar hoe je heet? Zou iemand die Ernst heet daar ernstig van worden?