maandag 26 december 2016

Beste nummers 2010-2016



NrArtiestLiedGenre
1.The Antlers-ParadeGoh. Ja. Mooi.
2.Elite Gymnastics-Here In Heaven 2Obscure electrozweefpop
3.Haerts-WingsExtatische pop
4.Burial-Ashtray WaspIn een steeg, als de dansvloer al leeg is
5.Sufjan Stevens-Fourth Of JulyFatalisme met lieflijk melodietje
6.The National-Pink RabbitsNostalgie na 't laatste drankje
7.Destroyer-ChinatownDrukke steden, grote leegte
8.Daft Punk-ContactPlatte denderdisco van mars
9.Kendrick Lamar-King KuntaOp de hoofdtelefoon, lopend door D.C.
10.Mark Kozelek-You Missed My Heart [live]In een park, in de regen, 's nachts
11.Joanna Newsom-81Tuinbouw in het paradijs
12.Nick Cave And The Bad Seeds-We No Who U R "The trees all stand / like bleeding hands"
13.Liars-No. 1 Against The RushSynthesizerstoombad
14.Lambchop-Gone TomorrowSluimerend kamerorkest met bariton
15.Fauve-BlizzardOnontwarbare Franse boosheid
16.Kanye West-RunawayHoogst genoteerde Trump-aanhanger
17.Het Zesde Metaal-PloegsteertVoor wielerfans
18.Woodkid-IronBombast met uilen en kruisbogen
19.Kurt Vile -Wakin on A Pretty DayLaconiek talent
20.The Veils -House of SpiritsGrijpt me weet-niet-waarom
21.Perfume Genius-QueenGepertubeerde andersgeaarde
22.Arcade Fire-The Sprawl II (Mountains Beyond Mountains)Hooglied der urbanisering
23.Radiohead-Ful StopGedreven muziek uit de machinekamer
24.Peaking Lights-All the Sun That ShinesAl veel eerder gedaan. Niet veel beter
25.Phosphorescent-Song For ZulaInstrumentaal refrein
26.Destroyer-Savage Nights at the OperaZie #7, maar dan opzwepender
27.Damon Albarn-Mr TemboNiks aan de hand, dan ook helemaal niks
28.Car Seat Headrest-Something SoonZomer
29.Björk-StonemilkerIJslandse die r laat rollen
30.Killer Mike-ReaganLaatste 10 seconden onthullen groot geheim!
31.The National-Bloodbuzz OhioAls Bill Murray muziek maakte
32.Bill Callahan-The SingAlleen op reis
33.Swans-LunacyDieselboot op volle zee
34.Holden-Blackpool Late EightiesDonkere draaikolkelectro
35.A Tribe Called Quest-MelatoninVoorlopige favoriet van recente plaat
36.Kamasi Washington-Change of The GuardExcuusjazz
37.Suede-OutsidersOuwe britpopband
38.Tindersticks-ChocolateGemurmel van een dronkenlap
39.Nick Cave And The Bad Seeds-I Miss YouLekker zeurend
40.The Slow Show-TestingWinter
41.The Cloud Nothings-Wasted DaysUrgente rechtdoorrock
42.Kendrick Lamar-Sing About Me, I'm Dying of ThirstUitgesponnen hiphop
43.The Fall-Bury Pts 1 + 3"A new way of recording / A chain round the neck"
44.Beach House-NorwayGalmindie
45.Leonard Cohen-DarknessOverkeken lied van zijn één na laatste
46.Vampire Weekend-StepWeinig pretentie
47.PJ Harvey-The Glorious LandJa, dat trompetje hoort daar
48.Midlake-Acts of ManVoorgedragen of het in de staatscourant moet
49.Tame Impala-Yes I'm ChangingLied waarvan je dacht dat het altijd al bestond
50.Low-No ComprendeSlowcore met beat
-->

zaterdag 29 oktober 2016

Waals veto toont Europese democratie van zijn beste kant

Okee, de titel parafraseert een kop in een ochtendkrant, die de Waalse opstelling een groter gevaar vindt dan Halbe Zijlstra de roetveegpiet. Maar de Waalse onverzettelijkheid richting handelsakkoord CETA is weldegelijk een overwinning voor democratie in de EU. En een nederlaag voor Europese politici die blijven beweren dat EU en ‘democratie dichtbij mensen’ onverenigbaar zijn. 

Guy Verhofstadt weet het niettemin nog steeds zeker: Brussel heeft een vergissing begaan. Het betrekken van gewestelijke overheden maakt het Europees besluitvormingsproces stroperiger en werkt nationalisme in de hand. In een persbericht deze week wees hij nog eens op zijn favoriete tegelspreuk van Francois Mitterand: ‘nationalisme, dat is de oorlog’.  

Ik vraag me wel eens af hoe Verhofstadts liberale fractiegenoten Ramon Tremosa en Izaskun Bilbao hiernaar luisteren, Europarlementariërs voor de Baskische en Catalaanse nationalistische partijen. Beiden zijn oud genoeg om in hun schooltijd onder Franco niet hun eigen taal te hebben kunnen gebruiken. En beiden zijn lid van voormalige politieke flankbewegingen die in 40 jaar tijd naar het centrum zijn bewogen, maar nog steeds hetzelfde doel hebben: emancipatie van hun nationale identiteit.

Daarin is de Europese Unie overigens altijd een bondgenoot geweest. Met resultaat. Lokale overheden van Catalonië en Baskenland, maar ook van traditioneel centralistische landen als Frankrijk en Polen, slaan hun landshoofstad nu over en zoeken rechtsreeks toegang tot Brussel: voor de regiofondsen, voor infrastructurele projecten, voor versterking van het regionale bestuursniveau. Het is een van de grootste en meest onderbelichte successen van de EU.

Diezelfde emancipatiedrift heeft met name de Vlamingen ertoe bewogen om te strijden voor het democratisch recht van deelgebieden in België. Lagere overheden in België mogen zich door die inspanning uitspreken over Europese thema's. Deze week zien we welk succes dat kan brengen: CETA staat ineens dichtbij mensen. Ver buiten Wallonië beheerst dit tot voor kort onbekende verdrag het publieke debat. En de Waalse macht blijkt veel meer dan een papieren: de vasthoudende Waalse premier Paul Magnette sleepte concessies binnen waarvan zelfs GroenLinks, dat al ongelezen het verdrag had afgewezen, nu moet toegeven dat ze substantieel zijn

Ik verbaas me dan ook dat de Vlamingen hun democratische verworvenheid niet sterker verdedigen, bijvoorbeeld in respons op dit eigen-schuld-dikke-bult-artikel van EU-blaadje Politico. Misschien is het een staaltje Belgische zelfkastijding (een Vlaamse commentator zei gisterenavond op de radio: ‘we zijn al het land van terroristen en kinderlokkers, nu zijn we ook nog dwarsliggers’). Ernstiger zou zijn als de Belgen Verhofstadt zijn gaan geloven. Dat de EU democratischer is als het efficiënter is. Dat de mensen er enthousiaster van worden als het uitgaat van kosmopolitisme en eenvormigheid. De politiek van ‘let’s dissolve the people and elect a new one’.

Gelukkig kan de EU zich van een betere kant laten zien. Brexit wordt een volgende test, waar de Engelsen in meerderheid vóór zijn en de Schotten en Noord-Ieren tegen. Een Schotse Europarlementariër verwoordde het als volgt: ‘de Schotten hebben gekozen voor Europa, Europa: kies nu voor ons’. Is dit nu oorlogstaal? Als het aan Verhofstadt ligt vast wel. Maar ik leef liever in een Europa waar je tegelijk Waal en Belg kan zijn, of Schot en Brit, en je dan óók nog Europeaan mag voelen.

dinsdag 23 augustus 2016

24 uur in Chongqing, de grote onbekende


Een aantal jaar heb ik volgehouden om tijdens gesprekken semi-argeloos te stellen dat Chongqing de grootste stad van China is, en te zien valt als de grootste stad ter wereld. Internet is het met me eens, maar je moet het wel wíllen geloven. Chongqing is een speciale gemeenteprovincie binnen China, net als Shanghai, Tianjin en Peking. Van die gemeenten is het de grootste, met ruim dertig miljoen inwoners. Maar niet meer dan de helft ervan woont in de stadskern.

Hoe dan ook, het is een enorme stad in de diepe binnenlanden van China, een stad die groeit als Chinese kool en die ieder jaar een stad ter grootte van Atlanta aan haar burgerlijke stand mag toevoegen. Deze maand bracht ik er 24 uur door. Wat viel me op?

Ten eerste: de hitte. Die sloeg me in me gezicht op het moment dat ik het station verliet en werd bestendigd door een dicht wolkendek dat als een iglo werkte. Er is een Chinees gezegde dat stelt dat de honden in Chongqing blaffen naar de zon, zo weinig is hij te zien. In de herfst en lente wordt de atmosfeer dan ook nog eens gevuld met de hevigste smog van het land, die ik gelukkig ontlopen heb.

Ten tweede, de omvang. De stad ligt aan de samenstroming van de Jianjing en de Jangtze-rivier. Als bij de stadsschouwburg staat, kijk je over vijf kades, die stuk voor stuk haast lijken te bezwijken onder de immense flatgebouwen. De metro ligt grotendeels boven de grond, en welke kant je ook op reist, de wolkenkrabbers rijgen zich aaneen. Tijdens een rit van een uur naar de luchthaven heb ik niet het idee gehad de stadskern enig moment te verlaten.

De stad lijkt nog aan de nodige groeipijnen te lijden. De metro zit stampvol en als er een station bereikt wordt leidt dat tot een waar pandemonium. Niet alleen moet je vechten voor je plek als je er in wil, ook er uit stappen valt niet mee. Zodra de metro vertraagt begint het vrijworstelen naar de uitgang, met kreten, smeekbedes en stil grienen wanneer de deur onverbiddelijk sluit voordat de weg naar uitgang gevonden is. Te midden van dit gewoel sta ik met mijn volledige bepakking, en de metro verlaten voelt als een ontsnapping.

De stad schijnt wat Chinese toeristen te krijgen, maar als westerling val je behoorlijk op. De vele Chinezen kijken je vragend aan, en communiceren is met mijn onbestaande kennis van het Chinees niet mogelijk. Slechts een keer kan ik een gesprekje aanknopen, in het Engels, dat dan nog uit de meest banale vragen bestaat. Eerder, op de trein naar Chongqing, ontmoette ik een Chinese studente met wie ik langer kon spreken. Ze net zomervakantie gehad, vijf dagen in totaal, en ging weer terug naar de verre stad waar ze studeerde. Toen ik haar de domste vraag stelde die je een Chinees van haar generatie kan stellen – namelijk of ze broertjes of zusjes had – vertelde ze wat meer over leven als enig kind in China. Haar ouders zagen haar weinig, schade die ze tijdens de vakantie moest inhalen. Geen tijd dus voor vrienden of zelfstandige uitjes. Ze vertelde dat haar ouders haar Yang Yi Ming hadden genoemd, wat betekent: tomorrow we rely (on her). Slim, om je pensioen op die manier veilig te stellen.

Terug naar Chongqing. Overdag sluimert de stad wat door. Lome Chinezen verzamelen zich onder parasols of luifels van marktkramen voor spellen mahjong of het schrapen van vis. ’s Avonds komt de stad tot leven. Ieder blok flatgebouwen, hoe afgelegen ook, kent een pleintje met moderne winkels, flanerende jongeren en in rijen opgestelde huisvrouwen die dansinstructies volgen. Zo gaan 30 miljoen mensen de nacht in, in een grote onbekende stad die wakker zal worden met 1300 mensen meer dan de dag ervoor.




















maandag 16 mei 2016

Versteende conflicten

De romans van Ismail Kadare hebben twee overkoepelende kenmerken: heel Albanees en heel universeel. Zo ook De Versteende Bruidstoet, een liefdesgeschiedenis tijdens een Albanees-Servisch conflict.

Opvallend is dat Kadare zich als Albanees, en bij leven van dicatator Enver Hoxha als waarnemer van grote afstand opstelt. Citaat #1: "daar zitten we dan, twee vijandige partijen op een minuscuul brokje materie in de kosmos, om ons heen bewegen zich sterren, melkwegstelsels en huiveringwekkende zwarte gaten, en wij kunnen die haat maar niet vergeten".

De oneindigheid van het heelal mag het conflict tussen de Albanezen en Serviërs in een geruststellende context plaatsen, maar daartegenover plaatst Kadare de oneindigheid van de tijd. Citaat #2: "[er werd] verwezen naar de Kristalgrot bij Gadima, waar een stalactiet en een stalagmiet vielen te bewonderen die zich precies in elkaars verlengde bevonden. Geologen hadden uitgerekend dat het anderhalf miljoen jaar zou duren voordat ze elkaar zouden bereiken. In de pers en op de televisie sprak men erover als over de Romeo en Julia van Kosovo. Nïemand durfde het met zoveel woorden te zeggen, maar iedereen wist dat het ging om een Albanese Romeo en een Servische Julia, en de periode van anderhalf miljoen jaar werd beschouwd als een duidelijke aanwijzijng dat het wantrouwen tussen de beide volkeren niet spoedig zou verdwijnen."

Is dat niet een kenmerk van vele conflicten? Wat in de ruimte futiel is (een minuscuul brokje materie in de kosmos), wordt in de tijd als oneindig voorgesteld. Door politici en media die oude mythen en haat als een constante opvoeren.

vrijdag 13 mei 2016

Een verjaardag met Camus

De weinige mensen met wie ik gedeeld heb dat ik gisteren dertig jaar werd, dachten misschien dat ik dit feit niet wilde verspreiden omdat ik opkeek tegen het bereiken van deze leeftijd. Dat is zeker niet waar. De werkelijke reden van mijn stilzwijgen ligt dichtbij onderstaand citaat van Albert Camus (uit het boek De Val):
"Na diepgaande zelfstudie heb ik de fundamentele dubbele bodem van de mens kunnen blootleggen. Na opgravingen in mijn geheugen begreep ik dat ik briljant was dankzij het bescheidene in mij, dat ik kon triomferen dankzij het nederige in mij, en dat ik een tiran was dankzij het goede in mij. Ik voerde oorlog met vreedzame middelen: door onbaatzuchtig te zijn kreeg ik uiteindelijk alles wat ik begeerde. Zo beklaagde ik me bijvoorbeeld nooit als iemand mijn verjaardag vergat; de mensen stonden versteld, op het bewonderende af, over mijn zwijgzaamheid op dit punt. Maar de oorzaak van mijn onbaatzuchtigheid lag nog subtieler: ik wílde vergeten worden, om mezelf te kunnen beklagen. Dagenlang voor de roemruchte mij welbekende datum was ik op mijn hoede om niets los te laten wat ook maar érgens een lichtje kon doen opgaan bij mensen op wier vergeetachtigheid ik rekende. Zo ben ik zelfs eens van plan geweest een gewone huiskalender te vervalsen. Goed, met dit tastbare bewijs kon ik me dan koesteren in de geneugten van een manhaftig zelfbeklag.

zondag 21 februari 2016

Politici, afkoelen!

De markt is erin geslaagd de politiek naar haar evenbeeld te scheppen: kortermijngericht, imagogedreven, uit op snel scoren. Het heeft geleid tot de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, en met name rechts lijkt er niets van te leren. Tijd dat de politiek terrein terugwint op de markt. Stap één daarbij is: het beteugelen van lobby-excessen, door een rem op dubieuze banenwissels na de politieke carrière. Is een politicus primair bezig met het belang van de samenleving? Of toch allereerst met peilingen en met zijn volgende baan?

In zijn roman Onsterfelijkheid uit 1990 spreekt Milan Kundera van de omslag van ideologie naar imagologie. Wat hij daarmee wil zeggen is dat grote ideeën en logische systemen – Marxisme, socialisme, liberalisme – plaats maken voor hapklare leuzen en beelden, die nog hoogstens de associatie met een bepaald wereldbeeld oproepen. Met een rechtse premier die koketteert met een gebrek aan visie en een grote groep borstkloppers in de oppositie die succes niet afmeet aan concrete resultaten maar aan peilingen, kunnen we stellen dat de omslag naar een imagologische politiek volop plaatsvindt.

Het doet denken aan het kortetermijndenken in de marktsector. Bedrijven zijn ook vooral bezig met de winstcijfers van volgende maand en de strategie van de concurrent. Geen wonder dat politici en markten er steeds hechtere betrekkingen op na houden. Kwalijk, omdat de politiek nu juist een waakhond voor het publieke belang moet zijn.

Aan de rechterkant van het politieke spectrum is de vervlechting tussen markt en politiek compleet. De overstap van Bart de Liefde naar een bedrijf dat hij daarvoor nog moest reguleren, is slechts de laatste in een lange rij vrijages tussen privaat en publiek. Camiel Eurlings werd nog geen jaar nadat hij vervoerminister was baas van KLM. Gerhard Schröder leende zijn diensten aan Gazprom. Corien Wortmann wist al tijdens haar ambtstermijn als Europarlementariër dat ze aan de slag zou gaan voor de financiële sector die ze tot dan toe reguleerde.

De gevolgen van de verwevenheid merken we meer en meer. Luttele jaren na de grootste bankencrisis in bijna honderd jaar, laten veel rechtse politici hun oren weer hangen naar de krokodillentranen van de financiële sector, die klaagt over ‘dure’ financiële regels die ‘innovatie belemmeren’. Terwijl de crisis nu juist ontstond door een gebrek aan adequate regels op verzoek van diezelfde bankensector. De lezer herinnert zich nog wie daarvoor op moest draaien.

Een ander voorbeeld: in september stonden, na de onthullingen bij Volkswagen, de gebrekkige Europese autotests in de aandacht. Een goede aanleiding om Europese autofabrikanten stevig op het rooster te leggen zou je zeggen. Helaas gebeurde opnieuw het tegenovergestelde. Onder zware druk van de autofabrikanten werden de uitstootregels versoepeld, waarmee een groot deel van de overtredingen ongedaan werd gemaakt. Een onbeschaamde beslissing, begin deze maand gesteund door een rechtse meerderheid in het Europees Parlement.

De voorbeelden passen in de post-ideologie van Kundera. De huidige rechtse politicus heeft niets meer met klassieke liberale principes als ‘de vervuiler betaalt’ of ‘de rekening op de juiste plek’, maar neemt genoegen met een sterk verwaterde, vage notie van vrijheidsdenken. Een zegen voor markten (zij doen immers hetzelfde), een vloek voor de samenleving als geheel.

Tijd dus om de politiek weer de hoeder van het publieke belang te maken. Toegegeven, de macht van opiniepeilers pakken we niet zomaar aan. De visieloosheid van Rutte ook niet. Maar de toegang van het bedrijfsleven tot de politiek kan weldegelijk beknot worden. Een verplichte afkoelperiode voor politici, zoals die ook in de VS bestaat, kan het begin zijn van een cultuurverschuiving.

Een afkoelperiode voorkomt dat politici hun beleidsterrein zien als een vijver van potentiële werkgevers. Dat kan in drie stappen. Allereerst moet het Nederlandse lobbyregister helpen informatie over casussen van verstrengeling te delen. Ten tweede moet er een cooling off-periode worden vastgelegd waardoor parlementariërs en ministers één tot twee jaar niet aan de slag kunnen in de sector die ze reguleren. De bestaande wachtgeldregeling voorkomt immers dat politici gelijk terugvallen in de bijstand. Ten derde moet onderzocht worden in hoeverre dezelfde regels moeten gelden voor (hogere) ambtenaren.

Wij willen geen politiek die altijd opzij en daarom nooit vooruitkijkt. Wij willen een politiek die optreedt als een onafhankelijke scheidsrechter en die excessen van de markt bestrijdt. Een cooling-off periode is een stap om de intieme band tussen markt en politiek te bekoelen. Uiteindelijk zal ook de meest ‘imalogische’ politicus moeten inzien dat het imago van de politiek als geheel daarbij gebaat is.