donderdag 18 oktober 2007

Hulde aan een lafbek

Omdat er mensen schijnen te zijn die wel mijn log lezen, maar niet driehaa:

Vijf jaar na dato hoor je nog wel eens wat over Fortuyn. Je leest nog wel eens wat over Fortuyn. Men refereert nog wel eens aan Fortuyn. Als de man van het volk. Als de man die de Nederlandse politiek wakkerschudde uit een sluimer van onvoorwaardelijke moslimverering. Als de grootste Nederlander aller tijden. Nu behoort dat laatste natuurlijk tot de common-nonsense , maar toch is het in alle kringen aanvaard om deze gestropdasde schreeuwlelijk te prijzen voor wat hij heeft bereikt. Wat heeft hij bereikt?

Fortuyn had er een zoektocht naar zijn politieke identiteit van 3 decennia op zitten, voordat hij in 2001 tot onze dienst stond. Met een koevoet was hij langs het politieke spectrum geslopen, maar de socialisten, Christen-democraten en liberalen lieten hem er niet tussen. Frustrerend. En wat doet een gefrustreerde politicus die zichzelf niet tussen de gevestigde orde kan wurmen? Die gaat lekker aan de buitenkant van het spectrum zitten. Ruimte zat, en je mag ook nog eens lekker dingen roepen. Dat hij daar niet 30 jaar eerder op gekomen was.

Dingen roepen. Dat is eigenlijk wel de erfenis van Fortuyn. Hij riep dat de Islam een achterlijke cultuur is, en er staat gelijk een peloton Nova-baarden klaar om uit te leggen wat hij daarmee eigenlijk bedoelde. Hetzelfde voor zijn andere holle leuzen. Lekker makkelijk. Hoezo waren de media tegen hem? Ze duwden hem precies in de gunstige wind. Ze maakten van die vermogende Bentleyverzameler een ware held van het gewone volk, en waren ook nog eens bereid zijn flinterdunne programma voor hem in te vullen.

Hoe dan ook, het Fortuyn gebeuren was een amusante afwisseling. De laatste verkiezingen was er weer de eeuwige botsing van ideologieën. Liberalen en Christen-democraten voeren al jaren hun zelfde verhaaltje op. Het zijn natuurlijk ook ideologieën die zeker hun sporen hebben verdiend. Beide stromingen hebben – evenals de sociaaldemocraten trouwens - tamelijk revolutionaire ideeën doorgevoerd, waar de politieke wereld ook echt op zat te wachten. En misschien hebben beide ideologieën nog wel meer ideeën, die misschien ook doorgevoerd zouden moeten worden, maar ze hebben ook hun zwaktes. Maar de lijstrekkers van de deze stromingen, Rutte en Balkenende, hadden ijzeren Rita en slinkse Maxim achter zich, om deze ook deze verkiezingen hun zwaktes op de achtergrond te krijgen. Standvastigheid en een eigen gezicht, dáár moest voor gevochten worden.

Wie had Bos achter zich om over zijn foutjes heen te praten? Niemand. Maar daar had hij een inventieve oplossing voor: hij gaf zijn fouten toe. Erg netjes. Maar de menigte, en zeker personen waarbij hun ideologie diep geworteld zit, zette Bos neer als draaikont, en riepen semi-verontwaardigd leuzen als “Waren het niet die rooien die al die jaren riepen dat….”

Want het respect gaat naar politici die diep weggezakt in hun zetel, en op verveelde wijze, hun zelfde stelling repeteren. De maatschappij verandert sneller dan het weer, maar de politicus krijgt zijn kudo’s en ontzag met standvastigheid.

Blair en Schröder hebben in hun essay ‘The Third Way’ opgesomd welke onderdelen van andere stromingen bruikbaar zijn om socialdemocratische doelen te bereiken. Bos’ acties staan dus niet op zich. Veel sociaaldemocraten zijn bezig van fouten te leren. Het lijkt me nogal een geruststellende gedachte, dat er politici zijn die hun doelen niet op de meest koppige, maar op de meest doeltreffende manier willen bereiken. Dat is revolutionair in de politiek, veel revolutionairder dan wanneer een kale relnicht uitspraken - die voorganger Bolkensteijn al jaren eerder deed – herhaalt, op een wat hoger volume.

Vooruit; het vergt moed om op consequente wijze een onredelijk asielbeleid uit te voeren. Het vergt moed om bij hoog en laag achter een christelijk sprookjesboek te blijven staan. Het vergt moed om je haar te bleken en met een Limburgs accent tegen Moslims te tieren. Maar het lijkt nog veel meer moed te vergen om soms laf te zijn. Om van vastgeroeste ideeën af te stappen, en open te staan voor de werkelijk beste oplossing. Om de Nederlandse politiek te doen ontwaken uit een sluimer van standvastigheid en ‘dingen roepen’.

Geen opmerkingen: