zaterdag 9 april 2011

Weekeindetrip #x

In aanmerking genomen dat ik gisteren uit Pristina, Kosovo ben teruggekomen, schrijf ik behoorlijk achter de feiten aan, maar ik zou toch nog graag een verslag doen van mijn tocht naar Berat. We hebben het hier over een stad tussen Tirana en de Griekse grens, behorend tot de grootste en allermooiste steden van Albanië. Ik nam de lijnbus op zondag om een uur of halfzeven ’s ochtends – oorspronkelijk was ik van plan naar Gjirokastër te reizen, maar die Gjirokopter deed er liefst zeven uur over.

Dus ging ik naar Berat. De weg was verrot, en de vrij grote bus zat nog niet halfvol. Het was al tegen twaalven toen ik aankwam. Vanuit de bus zag ik al dat het een mooi verblijf zou worden. Het stadje strekte zich uit over twee heuvels die door een rivier in het dal doorsneden woeden. De huisjes waren fraai en witgepleisterd, de steegjes waren smal en op de top van de dichtstbebouwde heuvel lag een fort, waarbinnen de oude dorpskern was gevestigd. Het was rustig en gemoedelijk daarboven, de huizen zagen er nog ouder uit dan beneden, en het was er heel aardig zwerven: er bevonden zich resten van kerkjes, een oud wachttorentje dat ik zonder restrictie kon beklimmen, een ondergrondse zuilengang die niet eens aangegeven was en één totaal afgebladderd cafétje. De ouwe mannetjes die er zaten vonden het aardig een buitenlander te zien die een (heul klein) beetje Albanees spreekt, en bestookten me met oneindig veel vragen, terwijl ik Turkse koffie kreeg (een enorme ransbak) en raki (die ze maar bleven bijvullen).

Toen ik wegliep voelde ik me aangeschoten en hongerig. Ik stapte een restaurantje binnen, en zonder dat me een menukaart werd voorgelegd zei de uitbater: ‘je krijgt een traditioneel gerecht uit de regio’. Hij gaf me ook nog een grote pul bier zonder dat ik erom vroeg. Het eten was wel lekker, maar de hoeveelheid was zo enorm dat ik op driekwart al absoluut vol zat – en toen gaf hij me ook nog een taart. Waggelend van raki, bier en teveel eten daalde ik de heuvel af.

Om tot enige nuchterheid te komen bestelde ik een thee bij een bar bij het centrale plein, en raakte er in gesprek met een dikke Albanees die prima Engels sprak. Hij zei dat Berat een leuke uitgaansstad is, maar dat alleen de mannen uitgaan. Vrouwen zul je er niet in cafés aantreffen; dat kan alleen in zedeloos Tirana.

Vervoer is hier, zo leerde ik zondag opnieuw, je reinste improvisatie. Busstations zijn er niet, de 'minibussen' ('furgons') zijn in deplorabele staat en van busschema’s heeft al helemaal nooit iemand gehoord. Om zes uur wilde ik de bus naar huis nemen. Ik klampte een bestuurder aan en riep: ‘naar Tirana?’. ‘Nee’. En de volgende ging ook niet naar de hoofdstad, en die daarna ook niet. De dikke Albanees kwam inmiddels het plein opgelopen en zei dat er na drieën geen bussen meer naar de hoofdstad reizen. Mooi dan. Ik kon een taxi pakken, maar die vroegen me rond de vijftig euro. Ik nam me voor dat ik maximaal 3000 Lek (22 euro) zou betalen om thuis te komen, en ging met dit bod naar iedere taxichaffeur op het plein. Één van de laatste zei dat hij me naar Lushnje kon brengen, een stad verderop, en dat hij me daar op de bus naar Tirana kon zetten. ‘Weet je dat zeker?', vroeg ik. ‘Ja.’

Onderweg kloeg hij over de EU, Edi Rama, Berisha, de slechte staat van de wegen, zelfverrijking en corruptie, en vast over nog meer, maar mijn Albanees is ook niet altijd toereikend. Prompt stopte hij bij een stoffig zandveld, en hij zei dat ik eruit moest. Ik zei dat dat prima was, maar dat ik hem pas betaalde als hij me op een bus naar Tirana gezet had. We wachtten heel lang, en er kwam amper een voertuig voorbij – en geen enkele bus. Het was al vrijwel donker toen er een busje naar Durres voorbij kwam. De chaffeur van dat stuk schroot zei: ‘erin! erin!’ Het busje zat helemaal vol, en ik zou achterin de kofferruimte moeten staan. De taxichauffeur vond het geen goed idee, en ik zag het ook niet zitten. ‘Er gaan geen bussen naar Tirana meer’, zei de Durres-man, ‘ga nu mee, dan haal je de laatste trein naar Tirana nog’. De Beratse taxichauffeur begon ook te twijfelen, ik eerlijk gezegd zelf ook, maar ik telde tegelijk mijn knopen: de wegen zijn slecht en onverlicht, er wordt hard gereden, en de busjes zijn berekend op hoogstens zes man; ik zou er in het beste geval rondstuiteren als het balletje van Pong. Kortom, ik besloot te volharden in mijn standpunt. Ik probeerde de taxichauffeur uit te leggen dat hij me beloofd had dat ik in Tirana zou komen, en dat hij daar dan ook maar voor moest zorgen.

De zonder mij ook al véél te volle Durres-bus reed sputterend weg, en niet lang daarna kwam zowaar een busje naar Tirana voorbij. We zwaaiden met onze onderbroek en hemden – nou ja, niet letterlijk, maar ik probeerde natuurlijk wel de aandacht trekken alsof ik van een onbewoond eiland gered moest worden (wat in zekere zin ook het geval was). Dat lukte. De bus was krakkemikkig, maar had comfortabele stoelen, en om halftien was ik weer in Tirana.

Goed, de laatste twee dagen was ik dus in Kosovo. Volgende week heb ik iedere dag een interview met een (steeds een andere natuurlijk) docent Engels, moet ik een werkstuk inleveren voor Nijmegen, en ga ik des weekeindes met een Albanese student politieke filosofie met wie ik wel eens voetbalwedstrijden kijk, naar zijn geboortestad Vlore. Die week erop breng ik door in de grensvallei bij Peshkopi, en die week dáárna knoop ik de laatste eindjes aan elkaar, vier ik koninginnendag op de ambassade, en als het gesternte gunstig is ga ik het laatste weekend dan nog naar Theth. Dan is het alweer mei en kom ik op één of andere manier naar huis.

4 opmerkingen:

Unknown zei

He ik neem mijn woorden terug!! het was inderdaad geen tevergeefse reis. Het klinkt eerder als een sprookjes avontuur!! Leuk zoals je de omgeving beschrijft!

Linda zei

Vet allemaal weer broer.

Roel zei

Zou je gratis Oranjebitter geschonken krijgen in de ambassade? :o

Renier zei

Mooie beschrijving van je bezoek aan Berat. En fantastisch, zulke gastvrijheid. Zie het al helemaal voor me, de oude mannetjes die je volgieten met drank en je uit wilen horen. Lolz. En dat bord zal wel érg vol zijn geweest, jouw eetlust kennende.

Gelukkig kwam de terugreis naar Tirana nog in orde. Kan me indenken dat je peentjes zat te zweten.