woensdag 8 augustus 2007

Post Office

Woensdag 8 augustus 2007. Ik merk aan van alles dat ik blijkbaar nog steeds in leven ben, dus daar ga ik maar van uit. Ik vul dit leven de laatste anderhalve week (inclusief weekend) met het van 9 tot 16 uur bij de Sibelius werken. De dagen in dit vrolijke bejaardenhuis zijn in hoofdlijnen identiek. Lastige bazen, praatgrage poetsvrouwtjes en veel zeurende bejaarden bij wie ik stofzuig.

Stofzuigen in de Sibelius onderscheidt zich niet door tofheid. Er is een centraal afzuigsysteem in het gebouw, en als je de veel te lange/dikke/logge/steeds in de knooprakende slang in één van de luchtafvoerputjes steekt, kun je aanbellen om te stofzuigen bij een bewoner. Ja, de bewoners. Ze praten, zeuren over het tijdstip waarop je stofzuigt (Té vroeg, té laat), schuiven stoelen altijd nét te laat opzij, en zetten hem altijd op een plek waar je nét bezig was, ze willen altijd dat je met je logge stofzuiger onder de twee meter diepe antieke kast gaat, ze vragen je steeds waar de normale poetsvrouwtjes zijn, ze vinden het énig dat er een jongen stofzuigt en merken luid lachend op dat zo’n lange dikke slang zeker wel lekker zuigt. En op al hun acties knik je maar met een zuinige glimlach.



Voor alle vakantiekrachten, of eigenlijk voor iedereen die in meer of mindere mate met de pest in de kleren naar zijn werk gaat, is het boek ‘Het Postkantoor’ van Charles Bukowski (†) verplichte literatuur. In dit boek is de ik-persoon een postbode die, als alle ik-personen in Bukowski’s boeken, stevig aan de drank is. Hij zuipt een gat in de nacht, en moet zich dan om 5 uur ’s ochtends weer melden bij de US Postal Service. Daar wordt hij door zijn sadistische baas de wijk in gestuurd, waar hij met dagelijks toenemende irritatie over-de-post-zeurende vrouwtjes te woord staat, terwijl hij een zware kater heeft en in de hitte zware tassen meezeult. En zo zijn ook voor hem alle dagen hetzelfde.De pathetische en humoreuze wijze waarop deze gebeurtenissen besproken worden maken deze roman alleszins amusant.

Enfin, na zo’n dag loonslavernij voel je uitgepraat en uitgepierd, en zou je het liefst een kamerplant doden, of gaan schelden tegen je mengkraan. Maar daar ben je te uitgeput –praat/-pierd voor, dus ga je maar lethargisch voor je uit staren en zet je wat muziek op of zo. En hét lied voor de arbeidskracht met zelfmedelijden is natuurlijk Heaven Knows I’m Miserable Now van The Smiths:

“ I was happy in the haze of a drunken hour
But heaven knows I'm miserable now

I was looking for a job, and then I found a job
And heaven knows I'm miserable now

In my life
Why do I give valuable time
To people who don't care if I live or die ?

In my life

Why do I smile
At people who I'd much rather kick in the eye ? ”

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Hoe lang wil jij er nog werken?

Anoniem zei

Deze had ik inderdaad nog niet gelezen. Goede log, waarin terecht het leed van de vakantiewerker wordt uitgemeten. Ik kan het boek 'Postkantoor'/'Post Office' trouwens ook aanraden aan iedereen, erg vermakelijk.

Guus zei

Eh, het is gewoon een kwestie van zoveel vakantiewerk doen dat het je allemaal niet meer uitmaakt.
Tegen de tijd dat je het gewend bent heb je de neiging niet langer om overemotionele logs te schrijven als deze.
Meegenomen dat het natuurlijk wel mensonterende situaties zijn, want zo is vrijwel elk vakantiebaantje, is dit een log die dat prima weergeeft.